Discipelschap (2)
In de studie ‘Discipelschap (1)’ wordt uitgelegd wat het betekent een discipel van Jezus Christus te zijn. Hierin wordt het leven volgens de wil van God, onder de autoriteit van Jezus, sterk benadrukt.
In deze studie wordt belicht hoe God de discipel hierbij te hulp komt, door zijn hart te vernieuwen.
De discipel en de Heilige Geest – God die de zwakheid te hulp komt.
Paulus maande de slaven van zijn tijd aan:
Weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud van uw hart, als aan Christus, niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar door als slaven van Christus de wil van God van harte te doen, en bereidwillig dienstbaar te zijn als aan de Here en niet aan mensen. (Efeziërs 6:5)
Van harte is de vertaling van het Grieks: ex psuche.
Letterlijk vertaald: vanuit de ziel.
Paulus moedigt de slaven aan hun heer te gehoorzamen, niet uit angst, maar vanuit de ziel.
Dit is: Het besluit nemen om zich in te zetten het werk als slaaf te verrichten als een ambassadeur van Christus.
Paulus noemt dit: leven als een slaaf van Jezus Christus.
Dit is niet alleen een opdracht aan de slaven, maar aan elke ‘slaaf’, elke discipel van Jezus.
Zo als discipel te leven, als slaaf van Jezus, is enkel mogelijk met Gods hulp.
Hij beloofde meer dan 600 jaar vòòr de geboorte van Jezus Christus:
Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en mijn verordeningen onderhoudt. (Ezechiël 36:25-27)
Deze belofte geldt voor Israël, het volk van God, het nageslacht van Abraham, maar geldt ook voor de geestelijke nakomelingen van Abraham, de gelovigen die Jezus Christus in hun hart aanvaard hebben.
Bij de discipel die zijn leven bewust onder de autoriteit van Jezus plaatst, vernieuwt God zijn hart.
Het natuurlijke hart, het ‘hart van steen’, dat zich niet volledig kan onderwerpen aan de wil van God, wordt door Hem vervangen door een gewillig hart, een ‘hart van vlees’.
Dit is een hart dat in de geest gericht is op God en op Jezus, om door Hem onderwezen te worden en onder Zijn leiding te leven.
Zo groeit elke discipel op tot volwassenheid, in gehoorzaamheid aan Jezus Christus.
Dat gaat niet vanzelf. Het is volhardend blijven vertrouwen op Jezus en toelaten dat de eigen hartsgesteldheid wordt veranderd door de inwerking van de Heilige Geest.
De discipel en de wet.
De apostel Paulus schrijft:
Wij roemen (wij zijn blij) ook in de verdrukkingen (onze moeiten), daar wij weten, dat de verdrukking (de moeiten) volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is. (Romeinen 5:3-6)
God verandert het ‘hart van steen’ in een ‘hart van vlees’ door de werking van de Heilige Geest.
De Heilige Geest stort de liefde van God uit in het hart dat besluit Jezus als discipel te volgen.
Deze liefde van God, de ‘agape’ van God, is de liefde die opwekt tot dienstbaarheid.
Deze liefde bepaalt de manier van leven van de discipel.
Het is een leven van liefde voor God en de naaste, zoals Hij al in het Oude Testament bedoelde toen Hij zei:
Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. (Deuteronomium 6:5)
Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn … maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HERE. (Leviticus 19:18)
Jezus vatte deze geboden samen als:
Gij zult de Here, uw God, liefhebben (dienstbaar zijn in liefde) uit (vanuit) geheel uw hart en met (vanuit) geheel uw ziel en met (vanuit) geheel uw kracht en met (vanuit) geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf. (Lukas 10:27 / Mattheüs 22:37-40)
Paulus schrijft:
De liefde (agape) doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde (agape) de vervulling van de wet. (Romeinen 13:10)
Letterlijk vertaald: Liefde is de ‘invulling’, ‘de inhoud’ van de wet.
Leven onder het gezag van Jezus Christus, vanuit de liefde die God door de werking van de Heilige Geest in het hart heeft uitgestort, is leven volgens de Goddelijke Wet.
Paulus omschrijft wat deze liefde van God, die in het hart wordt uitgestort door de Heilige Geest, in het leven van de discipel uitwerkt,:
De vrucht van de Geest is liefde (die herkend wordt door:)
- blijdschap
- vrede
- lankmoedigheid (geduld, volharding)
- vriendelijkheid
- goedheid (ook: oprechtheid)
- trouw (ook: vertrouwen, geloof)
- zachtmoedigheid
- zelfbeheersing. (Galaten 5:22)
Paulus werkt dit verder uit in 1 Corinthiërs 13, het hoofdstuk van de liefde.
De beloften van God.
De Bijbel, zowel het Oude als het Nieuwe Testament, staat vol met beloften van God.
Mozes vatte deze beloften samen met:
De HERE, uw God, zal u in overvloed het goede schenken bij al het werk van uw handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van uw vee, in de vrucht van uw bodem, want de HERE zal weer behagen in u hebben, u ten goede, … wanneer gij naar de stem van de HERE, uw God, luistert door zijn geboden en inzettingen te onderhouden, die in dit wetboek geschreven staan; wanneer gij u tot de HERE, uw God, bekeert met geheel uw hart en met geheel uw ziel. (Deuteronomium 30:9-10)
Hetzelfde wat Jezus bedoelde toen Hij zei:
Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. (Johannes 10:10)
Dit is weggelegd voor wie bewust het leven van een discipel leeft, samen met Jezus.
Dit is leven in het Koninkrijk van God, als kind van God.
Discipelschap samengevat.
Het leven van de discipel van Jezus Christus wordt gekenmerkt door relaties.
- leven in relatie met de Hemelse Vader
- leven in relatie met Jezus Christus.
Bij de bekering heeft de gelovige zijn geloof, het vertrouwen van zijn ziel in Jezus Christus, via zijn lichaam beleden, d.w.z. met zijn mond hardop uitgesproken.
Door deze belijdenis geeft de mens, als ziel, zich over aan de liefde van God via zijn lichaam en wordt door God tot nieuw geestelijk leven verwekt.
Hierdoor komt de ziel van de gelovige, via zijn lichaam, in een relatie met God.
Bij de volgende stap, discipelschap, wordt de gelovige een discipel van Jezus, door Hem de volledige autoriteit over elk facet van zijn leven te geven.
Door deze beslissing zal de ziel van de discipel via de geest luisteren naar het onderricht van Jezus Christus.
Hierdoor wordt de ziel van de discipel, via zijn geest, geboren in een relatie met Jezus, door de werking van de Heilige Geest.
Door deze twee stappen leeft de discipel van Jezus Christus als geest, ziel en lichaam in relatie, zowel met God de Vader als met Jezus Christus.
God verlangt dat een discipel ook leeft in relatie met de derde Persoon van de Goddelijk Drie-eenheid, de Heilige Geest.
Dit wordt in een afzonderlijke studie uitgelegd.
Deze studie downloaden in PDF:
Discipelschap (2).