Exodus 28:5 – De scharlaken rode kleur
De oorsprong van de scharlaken rode kleurstof.
De scharlaken rode kleurstof werd verkregen uit de dode lichaampjes van de ‘worm’, met de wetenschappelijk naam ‘coccus ilicis’, die o.a. vermeld wordt in Psalm 22:7.
Belangrijk voor deze studie is dat het vrouwtje van de coccus ilicis wanneer ze haar jongen zal voortbrengen zich vasthecht aan een boom. Zo beschermt zij de eitjes, totdat de larven hun eigen weg zullen gaan.
Het vrouwtje hecht zich echter zo stevig vast, dat ze niet meer kan loskomen.
Op het moment dat ze sterft, kleurt een scharlaken rood vocht haar lichaam en het omringende hout. Ook de larven worden voor de rest hun leven schalaken rood gekleurd.
De uitgebreide symboliek over de worm wordt weergegeven in de studie over Psalm 22 vers 7.
De scharlaken kleur in de tabernakel:
In opdracht van God werd de scharlaken rode kleur veelvuldig gebruikt bij de bouw van de tabernakel, o.a. bij het vervaardigen van de priesterkleding , tentkleden en gordijnen:
Daartoe zullen zij nemen goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen. (Exodus 28:5)
De tabernakel zult gij maken van tien tentkleden; van getweernd fijn linnen blauwpurper, roodpurper en scharlaken, met kunstig geweven cherubs zult gij ze maken. (Exodus 26:1)
Symboliek:
- Goud (Hebreeuws: zahab) – symbool voor zuiverheid.
- Blauwpurper (Hebreeuws: tekeleth) – kleur van de hemel en symbool van Gods troon.
- Roodpurper (Hebreeuws: argaman) – traditionele koningskleur, omdat deze kleurstof zeer kostbaar was.
- Scharlaken (steeds de vertaling van twee Hebreeuwse woorden: ‘shaniy’, de kleur scharlaken rood en ‘towla’, de ‘worm’) – bij de bouw van de tabernakel mocht uitsluitend de kleur scharlaken rood gebruikt worden, dat gewonnen werd uit gedroogde wormen ‘coccus ilicis’. Een verwijzing naar het nieuwe leven dat zou voortkomen uit het sterven van Jezus.
- Fijn linnen (Hebreeuws: shesh) – stof geweven uit vlasdraad. Korte vlasvezels werden gebruikt voor touw en grove garens. De fijne, lange vezels leverden de fijnste linnengarens op. Deze fijne garens werden gebruikt voor de priesterkleding.
Scharlaken rood, de kleur van onze zonden.
Jesaja profeteerde:
Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de HERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. (Jesaja 1:18)
Met deze woorden vergeleek God de kleur van de menselijke zonden met de kleuren scharlaken rood en karmozijn (beiden staan voor dezelfde kleur), de kleur van het vocht, dat de stervende ‘worm’ en het hout waar zij zich aan vastgehecht heeft, kleurt.
Scharlaken rood is ook de kleur van bloed, en het bloed van het brandoffer, dat tegen het altaar gesprengd werd.
Dan zal hij (de mens die komt offeren) zijn hand op de kop van het brandoffer leggen; zo zal het, hem ten goede, welgevallig zijn, om over hem verzoening te doen. Vervolgens zal hij het rund voor het aangezicht des HEREN slachten, en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed brengen en dat sprengen (werpen) rondom op het altaar, dat bij de ingang van de tent der samenkomst staat. (Leviticus 1:4-5)
Als iemand een brandoffer bracht ter verzoening van de zonden, dan moest hij eerst zijn hand op de kop van het dier leggen. Algemeen wordt aangenomen dat de persoon daarbij zijn zonde beleed.
Symbolisch werden de zonden door de handoplegging overgedragen op het dier dat hij daarna moest slachten.
Bij het slachten werd het bloed door de priester opgevangen en door hem rondom, tegen het altaar gesprenkeld.
Zo was het altaar rondom besmeurd met het bloed van het offerdier, dat zelf ook helemaal bebloed was, want na het sprenkelen van het bloed tegen het altaar, moest de priester het dier de huid aftrekken.
Symboliek:
Jezus’ lichaam en het kruis waar Hij aan vastgenageld was, waren bedekt met Zijn scharlaken rood gekleurd bloed: volgens de profetie uit Jesaja, het beeld van de menselijke zonden, die Jezus in zijn lichaam op het kruis heeft gebracht, zoals Petrus schreef in zijn eerste brief:
(Jezus)… die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven. (1 Petrus 2:21-24)
Omdat een mens onvolmaakt is en daardoor verkeerde keuzes maakt, kan hij onmogelijk in de tegenwoordigheid van God leven, wat de Bijbel de eeuwige dood noemt, zoals de apostel Paulus schreef:
Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, … (Romeinen 6:23a)
Zoals de zonde beleden werd en op de kop van het dier voor het brandoffer gelegd werd, zo zal de (scharlaken rode) zonde, die in geloof in Jezus Christus aan Hem beleden wordt, van de mens afgenomen worden, omdat Jezus die, in Zijn lichaam op het kruis heeft gebracht.
Daarom maakte de apostel Paulus bovenstaande tekst compleet met:
… maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here. (Romeinen 6:23b)
Zo wordt de mens ‘wit als sneeuw’, ‘als witte wol’.
Want:
Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft (op Jezus vertrouwt), niet verloren ga (de eeuwigheid zal doorbrengen, ver verwijderd van God), maar eeuwig leven hebbe (de eeuwigheid zal doorbrengen in de hemel, in Gods nabijheid). (Johannes 3:16)
Deze studie downloaden in PDF:
Exodus 28:5 – De scharlaken rode kleur.