Geloof – inleiding op ‘Geloven’
Het leven van een christen wordt bepaald door het geloof in God, in Jezus Christus en in de Heilige Geest.
In deze studie wordt nagegaan wat in het Nieuwe Testament bedoeld wordt met het begrip geloof.
Inleiding.
Geloof is de vertaling van het Griekse zelfstandig naamwoord ‘pistis’.
- Volgens de OLB is ‘pistis’ afgeleid van het werkwoord ‘peitho’.
Om de betekenis van ‘pistis’/geloof goed te begrijpen zal eerst de betekenis van ‘peitho’ nagegaan worden.
Woordstudie ‘peitho’:
Volgens het Grieks/NL. woordenboek is ‘peitho’ te vertalen als:
- overreden, overtuigen, bepraten, verleiden, kalmeren
- zich laten overreden, gehoorzamen, luisteren
- geloven, vertrouwen
Enkele Bijbelteksten:
‘Peitho’ komt voor in 53 Bijbelteksten.
Maar de overpriesters en de oudsten overreedden (peitho) de scharen, dat zij om Barabbas zouden vragen, maar Jezus zouden laten ter dood brengen. (Mattheüs 27:20)
Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld (peitho); laat die Hem nu verlossen, indien Hij een welgevallen in Hem heeft; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. (Mattheüs 27:43)
Doch hij zei tot hem: Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen (peitho). (Lukas 16:31)
Hij sprak ook met het oog op sommigen, die van zichzelf vertrouwden (peitho), dat zij rechtvaardig waren en al de anderen verachtten, deze gelijkenis: … (Lukas 18:9)
Doch indien wij zeggen: uit de mensen, dan zal het volk als een man ons stenigen, want het is ervan overtuigd (peitho), dat Johannes een profeet was. (Lukas 20:6)
… om hen door besprekingen te overtuigen (peitho) aangaande het Koninkrijk Gods. (Handelingen 19:8)
En sommigen gaven wel gehoor (peitho) aan hetgeen gezegd werd, maar anderen bleven ongelovig; … (Handelingen 28:24)
Want ik ben verzekerd (peitho), dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, … (Romeinen 8:38)
Gij liept goed. Wie is u in de weg gekomen, dat gij aan de waarheid niet meer gehoorzaamt (peitho)? (Galaten 5:7)
Gehoorzaamt (peitho) uw voorgangers en onderwerpt u … (Hebreeën 13:17)
Bidt voor ons, want wij vertrouwen (peitho), dat wij een goed geweten hebben, daar wij in alle opzichten de rechte weg willen gaan. (Hebreeën 13:18)
Uit de Bijbelteksten blijkt dat ‘peitho’ o.a. vertaald wordt door:
- overreden
- vertrouwen stellen op
- zich laten gezeggen
- vertrouwen
- overtuigen, overtuigd zijn, gehoor geven aan
- verzekerd zijn
- gehoorzamen
In meer dan de helft van de 53 Bijbelteksten wordt ‘peitho’ vertaald met vertrouwen en overtuigd zijn.
Woordstudie ‘pistis’ – het geloof:
Het zelfstandig naamwoord ‘pistis’ is afgeleid van het werkwoord ‘peitho’, dat volgens bovenstaande als grondgedachte: overtuigd zijn, zekerheid, vertrouwen heeft.
‘Pistis’ wordt volgens het Grieks/NL. woordenboek o.a. vertaald als:
- vertrouwen, overtuiging
- trouw, betrouwbaarheid
- bewijs van trouw
- geloof
Enkele Bijbelteksten:
‘Pistis’ komt voor in 228 Bijbelteksten.
Jezus zei: Voorwaar, zeg Ik u, bij niemand in Israël heb Ik een zo groot geloof (pistis) gevonden! (Mattheüs 8:10)
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want … gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw (pistis). (Mattheüs 23:23)
En Jezus antwoordde en zei tot hen: Hebt geloof (pistis) in God. (Markus 11:22)
Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof (pistis) vinden op aarde? (Lukas 18:8)
En Stéfanus, vol van genade (pistis) en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. (Handelingen 6:8)
… omdat Hij (God) een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs (pistis) geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken. (Handelingen 17:31)
Wat toch is het geval? Als sommigen ontrouw geworden zijn, zal dan hun ontrouw de trouw (pistis) van God tenietdoen?
(Romeinen 3:3)
… profetie, naar gelang van ons geloof (pistis); … (Romeinen 12:7)
Wij immers verwachten door de Geest uit het geloof (pistis) de gerechtigheid, waarop wij hopen. (Galaten 5:5)
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw (pistis), zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22)
… en dat wij bewaard blijven voor de wargeesten en slechte mensen; want trouw (pistis) vindt men niet bij allen.
(2 Thessalonicenzen 3:2)
… en halen een oordeel over zich, omdat zij haar eerste trouw (pistis) hebben verzaakt. (1 Timotheüs 5:12)
Strijd de goede strijd van het geloof (pistis), grijp het eeuwige leven, … (1 Timotheüs 6:12)
… daar ik hoor van uw liefde en van uw trouw (pistis), die gij hebt jegens de Here Jezus en al de heiligen, (Filémon 1:5)
Interpretatie:
‘Pistis’ wordt in de 228 Bijbelteksten meestal vertaald door geloof.
Het is merkwaardig dat het werkwoord ‘peitho’, dat vertaald wordt met ‘vertrouwen’, ‘vertrouwen stellen op’, ‘zich laten gezeggen’, ‘overtuigd zijn’, als zelfstandig naamwoord ‘pistis’ in de meeste Bijbelteksten met ‘geloof’ vertaald wordt.
Geloof, dat in het moderne taalgebruik een ondertoon heeft van een onzeker vermoeden.
Eerst zien en dan geloven …
Maar volgens de Griekse interpretatie van ‘pistis’ is de achterliggende gedachte van geloof: zekerheid en vertrouwen.
Zoals ook David H. Stern ‘pistis’ in The Jewish Bible meestal vertaalt door ‘trust’: vertrouwen.
Conclusie:
Omwille van de duidelijkheid van het begrip ‘geloof’, kan in de meeste Bijbelteksten ‘het geloof’ vervangen worden door ‘het vertrouwen’ of ‘de overtuiging’.
Toegepast in bovenstaande Bijbelteksten:
Hier worden eerder genoemde teksten herhaald, waarbij ‘pistis’ vertaald is met het vertrouwen/de overtuiging.
Jezus zei: Voorwaar, zeg Ik u, bij niemand in Israël heb Ik een zo groot vertrouwen/ grote overtuiging (pistis) gevonden!
(Mattheüs 8:10)
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want … gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en het vertrouwen (pistis) (op God). (Mattheüs 23:23)
En Jezus antwoordde en zei tot hen: Hebt vertrouwen (pistis) in God. (Markus 11:22)
Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan vertrouwen (pistis) vinden op aarde? (Lukas 18:8)
En Stéfanus, vol van vertrouwen (pistis) en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. (Handelingen 6:8)
… omdat Hij (God) een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, allen de overtuiging (pistis) aanreikend door Hem uit de doden op te wekken. (Handelingen 17:31)
Wat toch is het geval? Als sommigen ontrouw (apisteo: vertrouwen beschamen) geworden zijn, zal dan hun ontrouw (apistia: trouweloosheid) het vertrouwen (pistis) van God tenietdoen? (Romeinen 3:3)
… profetie, naar gelang van ons vertrouwen/onze overtuiging (pistis); … (Romeinen 12:7)
Wij immers verwachten door de Geest uit het vertrouwen/de overtuiging (pistis) de gerechtigheid, waarop wij hopen. (Galaten 5:5)
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen (pistis), zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22)
… en dat wij bewaard blijven voor de wargeesten en slechte mensen; want vertrouwen (pistis) vindt men niet bij allen.
(2 Thessalonicenzen 3:2)
Strijd de goede strijd van het vertrouwen (pistis), grijp het eeuwige leven, … (1 Timotheüs 6:12)
… daar ik hoor van uw liefde en van uw vertrouwen (pistis), dat gij hebt in de Here Jezus en al de heiligen, … (Filémon 1:5)
Enkele andere Bijbelteksten:
Ook in deze teksten is ‘pistis’ vertaald met het vertrouwen/de overtuiging.
Soms komt dat misschien wat geforceerd over, maar het is de bedoeling bij het lezen van deze teksten stil te staan bij de diepere betekenis van het begrip ‘het geloof’.
Toen raakte Hij hun ogen aan en zei: U geschiede naar uw vertrouwen/overtuiging (pistis). (Mattheüs 9:29)
Hij zei tot hen: Vanwege uw kleingeloof (apistia: gebrek aan vertrouwen). Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een vertrouwen/overtuiging (pistis) hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn. (Mattheüs 17:20)
Maar Jezus antwoordde en zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, indien gij vertrouwen (pistis) hebt en niet twijfelt, zult gij niet alleen doen wat met de vijgenboom is gebeurd, … (Mattheüs 21:21)
En Hij zei tot haar: Dochter, uw vertrouwen/overtuiging (pistis) heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal. (Markus 5:34)
En op het vertrouwen (pistis) in zijn naam heeft zijn naam deze, die gij ziet en kent, sterk gemaakt; en het vertrouwen door Hem (letterlijk: doorheen – dit is: het vertrouwen doorheen Jezus in God) heeft hem dit volkomen herstel gegeven in uw aller tegenwoordigheid. (Handelingen 3:16)
Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te vertrouwen (pistis) op onze Here Jezus. (Handelingen 20:21)
Want gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit vertrouwen (pistis) tot vertrouwen (pistis), gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit vertrouwen (pistis) leven. (Romeinen 1:17)
Want wij zijn van oordeel, dat de mens gerechtvaardigd wordt door vertrouwen (pistis), zonder werken van de wet. (Romeinen 3:28)
… opdat uw vertrouwen/overtuiging (pistis) niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God. (1 Corinthiërs 2:5)
Doch bij de wet gaat het niet om vertrouwen (pistis), maar: wie dat doet, zal daardoor leven. (Galaten 3:12)
Want gij zijt allen zonen van God, door het vertrouwen (pistis) in Christus Jezus. (Galaten 3:26 )
… maar laten wij, die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas van vertrouwen (pistis) en liefde en met de helm van de hoop van de zaligheid; … (1 Thessalonicenzen 5:8)
Het vertrouwen (pistis) nu is de zekerheid van de dingen, die men hoopt, en het bewijs van de dingen, die men niet ziet.
(Hebreeën 11:1)
In vertrouwen (pistis) heeft Abel aan God een beter offer gebracht dan Kaïn; … (Hebreeën 11:4)
(In al deze verzen uit Hebreeën 11 is ‘Door het geloof’ te vervangen door: In vertrouwen)
Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt vertrouwen (pistis) en ik heb werken. Toon mij dan uw vertrouwen (pistis) zonder de werken, en ik zal u mijn vertrouwen (pistis) tonen uit mijn werken. (Jakobus 2:18)
En het gebed van het vertrouwen (pistis) zal wie ziek is gezond maken, en de Here zal hem oprichten. (Jakobus 5:15)
… opdat de echtheid van uw vertrouwen/overtuiging (pistis), kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus. (1 Petrus 1:7)
… daar gij het einddoel van het vertrouwen (pistis) bereikt, dat is de zaligheid van jullie zielen. (1 Petrus 1:9)
Wederstaat hem (de duivel), vast in het vertrouwen/de overtuiging (pistis), wetende, dat aan uw broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten. (1 Petrus 5:9)
Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar vertrouwen (pistis) als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus: … (2 Petrus 1:1)
Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw vertrouwen (pistis) de deugd, door de deugd de kennis, …
(2 Petrus 1:5)
… want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft; ons vertrouwen (pistis). (1 Johannes 5:4)
Hier blijkt de volharding en het vertrouwen (pistis) van de heiligen. (Openbaring 13:10)
Conclusie:
De uitdrukking ‘het geloof’ in het Nieuwe Testament bedoelt zekerheid, vaste overtuiging.
Overal waar sprake is van ‘het geloof’ kan dit woord vervangen worden door ‘het vertrouwen’, ‘de overtuiging’ of een andere uitdrukking die spreekt van zekerheid.
De basis van het christelijk geloof:
En Jezus antwoordde en zei tot hen: Hebt geloof in God. (Markus 11:22)
Met andere woorden: Hebt vertrouwen in God.
Of beter: Vertrouw op God.
Herhaling van de openingszin van deze studie:
Het leven van een christen wordt bepaald door het vertrouwen in God, in Jezus Christus en in de Heilige Geest.
Deze studie downloaden in PDF:
Geloof – inleiding op ‘Geloven’.