Geloven in Jezus Christus

De tekst:

Wie in (eis) de Zoon gelooft/vertrouwt, heeft eeuwig leven; …   (Johannes 3:36)

In de studie Geloven’ is uitgelegd dat geloven de betekenis heeft van vertrouwen.

In deze studie, ‘Geloven in Jezus Christus’, wordt verder ingegaan op wat het betekent om in Jezus te geloven, met ‘in’ als de vertaling van het Griekse woordje ‘eis’.

De betekenis van ‘eis’ wordt uitgelegd in: ‘Woordstudie van de Griekse woordjes epi, en, eis’.

Van belang voor de studie hier, zijn de Griekse woordjes ‘en’ en ‘eis’:

  • ‘en’, dat de aandacht vestigt op de plaats of toestand waar(in) een handeling plaatsvindt.
  • ‘eis’, dat een beweging veronderstelt van buiten af, tot in, of tot op de plaats waar de handeling plaatsvindt .

Een voorbeeld:

Iemand zit achter het raam naar buiten te kijken.
Hij voelt de warmte van de zon op zijn huid en geniet van het uitzicht op zijn tuin en de natuur.

Wil hij de natuur ten volle beleven, de grootsheid van de lucht, de geur van bloemen, de wind op zijn huid voelen, dan moet hij:

  • opstaan en zijn huis verlaten,
  • ‘naar’ (eis) buiten gaan, de tuin ‘in’ (eis), anders gezegd ‘tot in’ (eis) de tuin gaan.

Pas als de persoon naar buiten gaat, de tuin ‘in’ (eis), zal hij ‘in’ (en) de tuin ten volle de schepping van God kunnen beleven.

Enkele Bijbelteksten:

Geloven in Jezus:
Onthoud: ‘eis’ veronderstelt de beweging ‘tot in’, of ‘tot op’ de plaats waar de handeling plaatsvindt.

Jezus zei: … wie in (eis) Mij gelooft/vertrouwt, zal nimmermeer dorsten.   (Johannes 6:35)

Wie in (eis) de Zoon gelooft/vertrouwt, heeft eeuwig leven; …   (Johannes 3:36)

Want dit is de wil van mijn Vader, dat een ieder, die de Zoon aanschouwt en in (eis) Hem gelooft/vertrouwt, eeuwig leven hebbe, …   (Johannes 6:40)

En uit de schare kwamen velen tot geloof/vertrouwen in (eis) Hem  …   (Johannes 7:31)

Jezus zei tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in (eis) Mij gelooft/vertrouwt zal leven, ook al is hij gestorven,
(Johannes 11:25)

Als wij Hem zo laten geworden, zullen allen in (eis) Hem geloven/vertrouwen.   (Johannes 11:48)

Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in (eis) wie zij niet geloofd/vertrouwd hebben?   (Romeinen 10:14)

Het doel van in Jezus geloven.
Het doel van Jezus’ komst naar de wereld is, dat de discipel zou leven in Jezus, zoals Jezus leeft in relatie met zijn Vader:

Te dien dage zult gij weten, dat Ik in (en) mijn Vader ben en gij in (en) Mij en Ik in (en) u.   (Johannes 14:20)

Onthoud: ‘en’ vestigt de aandacht op de plaats waar de handeling plaatsvindt.

Zoals Jezus leeft in relatie met zijn Vader, zal een discipel leven in relatie met Jezus:

Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in (en) Mij blijft, gelijk Ik in (en) hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.   (Johannes 15:5)

Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in (en) Mij en Ik in (en) hem.   (Johannes 6:56)

Conclusie:
Om ‘in’ (en) Jezus te kunnen zijn, moet iemand eerst ‘in’ (eis – tot in) Jezus komen.

Terug naar het voorbeeld:

Zoals uitgelegd in de studie ‘Johannes 3:3-5 – Bekering en discipelschap’ vereist leven in Jezus twee stappen:

  • Bekering
  • Discipelschap

1. Bekering:
Door bekering wordt iemand tot nieuw geestelijk leven verwekt.
Hierdoor gaat de gelovige iets van het Koninkrijk der Hemelen zien.

Dit is zoals in bovenstaand voorbeeld de persoon die van achter het raam naar buiten kijkt en iets ervaart van de natuur daar buiten.

Wie, door bekering, vanuit zijn leefwereld naar Jezus kijkt, vertrouwt (gelooft) dat Hij de Zoon van God is, vertrouwt (gelooft) dat Hij voor de vergeving van zonden gestorven is, … ziet en ondergaat iets van het Koninkrijk van God, zonder daar op dat moment zelf helemaal deel van uit te maken.

Ander bekeerd
Dit is wat in de studie ‘Een andere schematische voorstelling’ uitgebeeld wordt met de tekening: Mensen die Jezus in hun leven kennen.

Maar Jezus verlangt ernaar dat iedereen, die de vergeving van zonden ontvangen heeft, in (en) Hem leeft en zo ten volle de zegeningen van het Koninkrijk der Hemelen zou ervaren.

2. Discipelschap:
Geestelijk gezien is discipelschap, leven door de Geest, doordat de gelovige, bij zijn beslissingen voor het leven niet op zichzelf vertrouwt, maar volkomen op Jezus.
Anders gezegd: Zijn vertrouwen tot in (eis) Jezus legt.

Dat is zoals in bovenstaand voorbeeld, het huis verlaten en naar buiten gaan, tot in (eis) de natuur, om die ten volle te beleven.

Ander discipel
In de studie ‘Een andere schematische voorstelling’ wordt dit uitgebeeld met de tekening: Mensen die Jezus de autoriteit over hun leven geven.

Op de vraag:

Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen werken?   (Johannes 6:28)

Antwoordt Jezus:

Dit is het werk van God, dat gij gelooft/vertouwt in (eis: tot in) Hem, die Hij gezonden heeft.   (Johannes 6:29)

De werken van God werken, wordt bepaald door tot in Jezus te vertrouwen.

Wie vertrouwt (gelooft) tot in (eis) Jezus, zal leven in (en) Jezus.

Jezus onderwees:

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien de graankorrel niet in (eis: tot in) de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort.
Wie zijn leven (psuche = ziel) liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven (psuche = ziel) haat in deze wereld, zal het bewaren ten (eis: tot in het) eeuwigen leven.
Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
Indien iemand Mij dienen wil, de Vader zal hem eren.
(Johannes 12:24-26 – ook: Mattheüs 16:24-26 en 10:39 / Markus 8:35 / Lukas 9:24 en 17:33)

De graankorrel moet in/tot in (eis) de aarde geplant worden en in (en) de aarde blijven om omgevormd te worden tot zijn bestemming , uit te groeien tot een volwaardige plant die vrucht draagt.

Zo zal de gelovige pas leven als een discipel van Jezus, als hij/zij voor de beslissingen in het leven het geloof/vertrouwen in (en) zichzelf overdraagt tot in (eis) Jezus om vervolgens in (en) Jezus te blijven.
Alleen zo zal de discipel vrucht dragen volgens de normen van Gods Koninkrijk.

Zoals Jezus zei:

… Ik doe altijd wat Hem (Mijn Vader) behaagt.   (Johannes 8:29)

Zoals Jezus leefde in relatie met Zijn Vader, zal de discipel leven in relatie met Jezus.

Opmerking:

In ons taalgebruik zijn “geloven/vertrouwen tot in Jezus Christus” of “het vertrouwen tot in Jezus Christus leggen” vreemde uitdrukkingen.
Ze kunnen dan ook beter verstaan worden als: zich toevertrouwen aan Jezus Christus.

Een discipel van Jezus Christus “gelooft” niet enkel in Hem, maar heeft zich, in alle facetten van het leven, volkomen “toevertrouwd aan Hem”.

Zie ook de studies:

 

Deze studie downloaden in PDF:
Geloven in Jezus Christus.