De Heilige Geest in het Nieuwe Testament (1)

De werking van de Heilige Geest in de wereld kent een heel nieuwe dimensie met de uitstorting op de Pinksterdag, zoals beschreven in het boek Handelingen:

En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.   (Handelingen 2:1-4)

De bespreking van de Heilige Geest in het Nieuwe Testament is dan ook op te splitsen in twee afzonderlijke periodes:

  • de tijd van de evangeliën  (de tijd vòòr Pinksteren)
  • de tijd van het boek Handelingen  (de tijd vanaf Pinksteren)

1. De Heilige Geest in de evangeliën.
In de studie ‘Begin en einde van het O.T. en het N.T.’ wordt uitgelegd dat het Nieuwe Testament vernoemd is naar het ‘nieuwe verbond’ in het bloed van Jezus. In principe begint het Nieuwe Testament dus met de kruisdood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus.
Zo kan gesteld worden dat Jezus zelf nog leefde in het Oude Testament.

De werking van de Heilige Geest in de evangeliën valt als zodanig nog onder het ‘oude verbond’, of Oude Testament, op dezelfde manier zoals beschreven in de studie ‘De Heilige Geest in het Oude Testament’.

2. De Heilige Geest in het boek Handelingen.
Jezus beloofde de nieuwe werking van de Heilige Geest voor de tijd na Zijn hemelvaart.
Hij zei:

Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.   (Johannes 16:7)

Deze nieuwe werking van de Heilige Geest in de wereld begint dan ook met de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag.
De Heilige Geest is vanaf dat moment op een nieuwe manier werkzaam in de wereld.
Deze nieuwe werking wordt beschreven in het boek Handelingen, vanaf hoofdstuk 2.

De Heilige Geest in de evangeliën.

Algemeen:
In de tijd van de evangeliën was de Heilige Geest nog steeds werkzaam zoals in het Oude Testament:

Want de ogen van de HERE gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen wier hart volkomen naar Hem uitgaat.
(2 Kronieken 16:9)

En, evenals in het Oude Testament, wordt in de evangeliën beschreven hoe de Heilige Geest werkzaam was in bepaalde personen.

In het leven van Johannes de Doper.
Bij de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper zei de engel Gabriël tegen Zacharias:

Want hij (Johannes) zal groot zijn voor de Here en wijn en sterke drank zal hij niet drinken en met de Heilige Geest zal hij vervuld worden, reeds van de schoot van zijn moeder aan, …   (Lukas 1:15)

Bij de besnijdenis van Johannes de Doper.
Toen Johannes acht dagen na zijn geboorte besneden werd en zijn vader Zacharias, op een schrijftafeltje bevestigde dat hij Johannes genoemd moest worden:

… werd zijn mond geopend en zijn tong losgemaakt, en hij sprak, God lovende.   (Lukas 1:64)

En … Zacharias werd vervuld met de Heilige Geest en profeteerde, zeggende: …   (Lukas 1:67)

In het leven van Maria.
Lukas vermeldt een uitzonderlijke werking van de Heilige Geest in het leven van Maria.
Toen de engel Gabriël haar aankondigde dat ze zwanger zou worden van een zoon, vroeg zij:

Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb?   (Lukas 1:34)

Waarop Gabriël antwoordde:

De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon van God genoemd worden.   (Lukas 1:35)

Bij de ontmoeting van Maria en Elisabeth, de moeder van Johannes.
Bij de aankondiging van de geboorte van Jezus, had de engel Gabriël tegen Maria gezegd:

En zie, Elisabeth, uw verwante, is eveneens zwanger van een zoon in haar ouderdom en dit is reeds de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar heette. Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen.   (Lukas 1:36-37)

Omdat Elisabeth de enige was die Maria zou kunnen bevestigen wat tot haar gezegd was:

… reisde zij met spoed naar het bergland naar een stad van Juda.   (Lukas 1:39)

En zij (Maria) ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. En toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, geschiedde het, dat het kind opsprong in haar schoot, en Elisabeth werd vervuld met de Heilige Geest. En zij riep uit met luider stem en sprak: Gezegend zijt gij …   (Lukas 1:40-43)

Na de geboorte van Jezus.
Jozef en Maria brachten Jezus 33 (+7) dagen na zijn geboorte in de tempel, volgens de wet op de reiniging uit Leviticus 12:2-8.
In de tempel kwam Simeon bij hen staan.

Deze man was rechtvaardig en vroom, en hij verwachtte de vertroosting van Israël, en de Heilige Geest was op hem. En hem was door de Heilige Geest een godsspraak gegeven, dat hij de dood niet zou zien, eer hij de Christus van de Here gezien had.   (Lukas 2:25-26)

Jezus ontvangt de Heilige Geest.
Aan het ontvangen van de Heilige Geest zou Johannes de Doper de beloofde Messias herkennen zoals hij zei:

Ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, …   (Johannes 1:33)

Voordat Jezus zijn openbare bediening begon kwam Hij tot Johannes om Zich te laten dopen.

Terstond nadat Jezus gedoopt (ondergedompeld) was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij (Johannes) zag de Geest Gods neerdalen als een duif en op Hem (Jezus) komen.   (Mattheüs 3:16)
(zie ook: Markus 1:10 – Lukas 3:21-22 – Johannes 1:32)

Waarom Jezus Zich liet dopen?
Op Grote Verzoendag  moest de hogepriester zijn hogepriesterlijke kleding afleggen en zich baden in water, om als een gewone priester de eerste offers van die dag te brengen.

Zo had ook Jezus, als toekomstige nieuwe hogepriester, Zijn heerlijkheid in de hemel afgelegd en liet Hij Zich door Johannes dopen, waarbij Hij de eerste handeling van de wet op Grote Verzoendag volbracht.

Paulus schrijft dat Jezus:

… het aan God gelijk zijn niet als een roof heeft geacht (interpretatie: niet heeft willen vasthouden), maar Zichzelf ontledigd heeft (leeggemaakt heeft), en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is.
(Filippenzen 2:6-7)

Jezus, zijn discipelen en de Heilige Geest.

Bij het lezen van de evangeliën lijkt het alsof de discipelen nooit echt begrepen hebben wie Jezus was, al geloofden ze wel dat Hij de Messias was.
Door een Goddelijke openbaring zei Petrus zelfs:

Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!   (Mattheüs 16:16)

Maar toen Hij gevangengenomen werd lieten al de discipelen Jezus in de steek en Petrus verloochende Hem daarna zelfs tot drie keer toe.

De dag dat Hij opstond uit de dood zocht Jezus zijn discipelen op, zoals Johannes beschrijft:

Toen het dan avond was op die eerste dag van de week … kwam Jezus en stond in hun midden en zei tot hen: Vrede zij u! Jezus dan zei nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zei tot hen: Ontvangt de Heilige Geest.   (Johannes 20:19-22)

Ook Lukas beschrijft wat er die avond gebeurde.
De dag van de opstanding hadden twee mannen uit Emmaüs Jezus ontmoet op weg naar hun huis.

Toen zij Hem uiteindelijk herkenden, haastten zij zich terug naar Jeruzalem, om dit aan de discipelen te vertellen.
En terwijl zij hierover spraken, stond Hij (Jezus) zelf in hun midden; …   (Lukas 24:36)

Hij zei tot hen: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden.
Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen.   (Lukas 24:44-45)

Johannes en Lukas beschrijven allebei wat er die avond gebeurde.

De dag dat Jezus opstond uit de dood ontmoette Hij de discipelen en blies Hij op hen, zodat zij de Heilige Geest zouden ontvangen. Hierdoor opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften zouden begrijpen.
Jezus had van de Heilige Geest gezegd:

En als Hij (de Heilige Geest) komt, zal Hij de wereld overtuigen … omdat zij in Mij niet geloven.   (Johannes 16:8-9)

Dus ook de discipelen hadden deze werking van de Heilige Geest nodig, om overtuigd te worden wie Jezus werkelijk was.

Maar Jezus beloofde hen op dat moment nog méér, namelijk de diepere ervaring met de Heilige Geest, die over hen zou komen en hen kracht zou geven.
Diezelfde avond zei Hij:

Zie, Ik doe de belofte van mijn Vader op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit de hoge.   (Lukas 24:49)

De Heilige Geest in het boek Handelingen.

Op de Pinksterdag, 10 dagen na Zijn hemelvaart ging deze belofte van Jezus in vervulling.

Dit is het begin van de nieuwe werking van de Heilige Geest in de wereld, als gevolg van het ‘Nieuwe Verbond’ in het bloed van Jezus, zoals dit wordt beschreven in het boek Handelingen.

Zie ook de studie: De doop in de Heilige Geest.

 

Deze studie downloaden in PDF:
De Heilige Geest in het NieuweTestament (1).