Kind van God
In de studies ‘Discipelschap (1) en (2) wordt uitgelegd dat Jezus verwacht van de mens die zich bekeert door het geloof in Hem, dat hij zijn leven onder Zijn autoriteit brengt en Zijn discipel wordt.
Johannes noemt dit bij het begin van zijn evangelie: een kind van God worden.
Opgenomen worden in het huisgezin van God.
Johannes schrijft:
Doch allen, die Hem (Jezus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht (letterlijk: het recht van kiezen) gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, doch uit God geboren zijn (beter: verwekt zijn = bekering). (Johannes 1:12-13)
Johannes schrijft dat wie Jezus aangenomen heeft, niet automatisch een kind van God is.
Wie zich bekeert en door God tot nieuw geestelijk leven verwekt is, heeft het recht van kiezen gekregen, om een kind van God te worden.
Paulus schrijft:
Vòòr de grondlegging van de wereld heeft God ons uitgekozen tot adoptie als zoon van Hem, door Jezus Christus.
(vrij naar Efeziërs 1:4-5)
Paulus schrijft hier dat zij die geloven in Jezus Christus, door God zijn uitgekozen om geadopteerd te worden.
God adopteert kinderen niet zomaar.
Hij verwacht dat kinderen hun ouders eren. Anders gezegd: het gezag van hun ouders aanvaarden door o.a. de regels te accepteren die zij voor het gezin bepalen.
Zo verwacht God dat wie zich bekeert en in Jezus Christus gelooft, Jezus als discipel gaat volgen.
Door deze beslissing vernieuwt God het hart van de gelovige, die een discipel geworden is, zoals uitgelegd wordt in de studies over discipelschap.
Door de werking van de Heilige Geest legt God daarbij Zijn wetten in het hart van de discipel, zodat deze gaat leven volgens Zijn wil, vanuit het hart.
Wanneer God het hart van de discipel vernieuwt, door er Zijn liefde in uit te storten door de werking van de Heilige Geest, ontvangt de discipel ‘de Geest van het zoonschap’.
Zoals Paulus schrijft:
… allen, die door de Geest van God geleid worden, zijn zonen van God … gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap (huiothesia: adoptie, aanneming tot zonen), door welke wij roepen: Abba, Vader. (Romeinen 8:14-15)
De gelovige die kiest om een discipel van Jezus te zijn, kiest bewust om te willen leven volgens de wil van God en wordt door Hem als kind geadopteerd.
(Opmerking: het Grieks spreekt van ‘zonen’ en ‘adoptie tot zonen’ waarbij men mag aannemen dat God geen onderscheid maakt tussen zonen en dochters. Beiden ontvangen, als kind van God, dezelfde rechten.)
Wie leeft als discipel van Jezus en daardoor als kind door God geadopteerd is, leeft onder de bescherming en de goede zorg van God als de volmaakte Vader, die weet wat Zijn kinderen nodig hebben.
Een mooie illustratie hiervan is uitgewerkt in de studie over de wetgeving op de slavernij uit het Oude Testament.
De Hebreeuwse man die zich verkoopt als slaaf en besluit om de heer zijn leven lang te blijven dienen, omdat hij zijn heer (God) en zijn gezin (de gemeente) liefheeft.
Opgroeien in Gods huisgezin.
Wie door God geadopteerd is, heeft in het begin nog veel te leren over de gebruiken in Gods huisgezin.
Paulus merkt op:
Zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, al is hij ook eigenaar van alles; maar hij staat onder voogdij en toezicht tot op het tijdstip, dat door zijn vader tevoren bepaald was. (Galaten 4:1-3)
Zolang een kind onvolwassen is, heeft het geen rechten en moet het enkel gehoorzamen aan wat hem, of haar, wordt opgedragen.
Zoals Paulus schrijft krijgt een kind pas de beschikking over de erfenis, op het moment dat door de vader van te voren bepaald is. Dit is het moment waarop het kind volwassen is geworden en in staat om de erfenis te beheren.
Uiterst belangrijk hierbij is, dat het kind zich gedurende zijn opvoeding onderworpen heeft aan de regels die de vader voor zijn gezin heeft bepaald.
Zo moet ook elk kind zich de regels van het huisgezin van God eigen maken en ontdekken hoe zich te gedragen als kind van de Hemelse Vader.
Zo leren zij op Hem te vertrouwen en groeien ze op tot volwassenheid.
Ontdekken wat de Bijbel hierbij onderwijst is van cruciaal belang.
Jezus belooft extra kracht.
In de studie ‘Bekering’ wordt uitgelegd dat een mens, tot geestelijk leven verwekt, opnieuw in relatie met God leeft, door het geloof in Jezus Christus.
In de studies over discipelschap wordt uitgelegd dat een discipel in een open relatie met Jezus Christus leeft.
De volledige kracht van de Drie-enige God zal de discipel van Jezus, en kind van God, in het leven pas ervaren, door ook in relatie te leven met de Heilige Geest, de derde Persoon van de Goddelijke Drie-eenheid.
Zoals Jezus belooft:
Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over (op) u komt, en gij zult mijn getuigen zijn … tot het uiterste van de aarde. (Handelingen 1:8)
Dit wordt uitgelegd in de studie over de doop (de onderdompeling) in de Heilige Geest.
Zie ook de studie ‘Johannes 3:3-5 – Bekering en discipelschap’.
Deze studie doacnloaden in PDF:
Kind van God.