Markus 15:34 – Mijn God, mijn God

De tekst:

Het was het derde uur, toen zij Hem kruisigden.   (Markus 15:25)

En toen het zesde uur aangebroken was kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur.   (Markus 15:33)

En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Eloi, Eloi, lama sabachtani, hetgeen betekent:
Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?   (Markus 15:34)

En Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest.   (Markus 15:37)

Jezus werd gekruisigd op het derde uur van de dag, het moment waarop in de tempel het dagelijkse morgenoffer werd gebracht.
Drie uur later bracht God een diepe duisternis over de aarde, die drie uur duurde.
Dit was geen zonsverduistering. Een volledige zonsverduistering duurt maximaal 7 min. 31 sec.

Deze plotse totale duisternis moet de mensen rondom het kruis overvallen hebben.
In deze totale duisternis zagen ze waarschijnlijk zelfs het kruis niet meer en verstomden hun stemmen. Zo werd het rustig rondom Jezus.
Een liefdevolle bescherming van de Vader voor Zijn Zoon Jezus, zoals de Psalmist schrijft:

Hij stelde het duister tot zijn omhulsel, tot zijn beschutting rondom Zich: duistere wateren, wolkengevaarten.   (Psalm 18:11)

Op het einde van de drie uur durende duisternis, het negende uur, het moment waarop in de tempel het avondoffer werd gebracht:

… riep Jezus met luider stem: Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest.   (Lukas 23:46)

Jezus sprak altijd over Mijn Vader, als Hij tot God sprak.
Toen Hij, vlak voordat Hij stierf, in het Aramees riep: Mijn God, mijn God, waarom hebt gij Mij verlaten, sprak Hij niet tot zijn Vader, maar tot de mensen die rondom het kruis stonden en haalde Hij hiermee Psalm 22 aan:

Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, …   (Psalmen 22:1)

De Farizeeën die op Golgotha stonden toe te kijken en die dagelijks de Bijbelboeken van het Oude Testament bestudeerden en grote delen ervan uit het hoofd kenden, moeten de hele verdere Psalm 22 hebben kunnen aanvullen.

Het is zeer aannemelijk dat Jezus, door Psalm 22 aan te halen vlak voordat Hij zou sterven, een laatste keer geprobeerd heeft om de geestelijke leiders van het volk duidelijk te maken dat Hij de vervulling is van de profetieën uit het Oude Testament.
Zij konden dit echter niet begrijpen, omdat ze verduisterd waren in hun denken.

Nochtans beschreef koning David, 1.000 jaar eerder, exact wat er op dat moment op Golgotha gebeurde in Psalm 22:

vers 7 – Maar ik ben een worm en geen man, een smaad voor de mensen en veracht door het volk.

vers 8 – Allen die mij zien, bespotten mij, zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd:

vers 9 – Wentel het op de HERE; laat die hem verlossen, hem redden, Hij heeft immers welgevallen aan hem!

vers 15 – Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste;

vers 16 – verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer.

vers 17 – Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren.

vers 18 – Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij.

vers 19 – Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad.

Enkele aanhalingen uit deze Psalm hebben de toeschouwers indertijd voor hun ogen zien gebeuren. Andere verzen beschrijven exact de lichamelijke gesteldheid van een gekruisigde.

In de studie over de worm uit vers 7 wordt uitgelegd, hoe God in deze worm een symbool in de schepping heeft gelegd, waarin het verlossend sterven van Jezus wordt uitgebeeld. Precies wat er aan het kruis op Golgotha gebeurde.

Zie ook: Enkele profetieën, vervuld in het leven van Jezus.

 

Deze studie downloaden in PDF:
Markus 15:34 – Mijn God mijn God.