Mattheüs 23:9 – Niemand uw vader noemen
De tekst:
En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij, die in de hemelen is. (Mattheüs 23:9)
Woordverklaring:
Het Grieks voor ‘vader’ is: ‘pater’.
Het Grieks-Nederlands woordenboek vertaalt ‘pater’ met:
- vader, stamvader, voorvader
- schepper, stichter
- oorzaak
De OLB vertaalt o.a. met:
- verwekker of mannelijke voorouder
- de bewerker en overdrager van iets
(iemand die anderen met zijn eigen geest heeft doordrongen, die hun gedachten in beweging brengt en regeert)
‘Pater’ wordt in de vertaling NBG51 steeds vertaald door ‘vader’.
Niemand op aarde uw vader noemen:
‘Pater’ is een begrip met een brede inhoud.
Volgens de woordverklaring staat ‘pater’ voor de stamvader, de voorvader van een heel gezin.
Het is niet te ontkennen dat iedereen verwekt is door een natuurlijke vader.
Jezus heeft dan ook niet deze vader bedoeld, toen Hij zei dat wij niemand vader mogen noemen, want God zelf draagt kinderen op om hun vader en moeder te eren.
Maar ‘pater’ in de betekenis van schepper, bewerker en overdrager, heeft te maken met het geestelijk leven.
‘Pater’ staat ook voor iemand die anderen met zijn eigen geest doordringt en die gedachten in beweging brengt en regeert.
God verlangt deze plaats in te mogen nemen in het leven van een christen.
Daarom:
Zult gij op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij, die in de hemelen is. (Mattheüs 23:9)
Er is niets mis mee om zich te laten onderwijzen of met andere mensen van gedachten te wisselen. Dit mag alleen niet zo ver gaan, dat dit belangrijker wordt dan het onderwijs uit de Bijbel, want:
De vreze des HEREN (de eerbied voor en de verering van God) is het begin van de kennis. (Spreuken 1:7)
De vreze des HEREN (de eerbied voor en de verering van God) is het begin van de wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand (inzicht, onderscheidingsvermogen). (Spreuken 9:10)
Hij die onderwijst moet er ook op bedacht zijn niemand aan zich te binden of zichzelf een titel toe te eigenen, want:
Gij zult u niet rabbi (meester) laten noemen; want één is uw Meester (gids, leraar, opvoeder) en gij zijt allen broeders. (Mattheüs 23:8)
Laat u ook geen leidslieden (gids, leraar, opvoeder) noemen, want één is uw Leidsman (gids, leraar, opvoeder), de Christus.
(Mattheüs 23:10)
Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn. (Mattheüs 23:11)
Dit laatste vers verduidelijkt de bedoeling van Jezus. Wie de grootste is, zal dienaar zijn.
God, als de Schepper van al wat leeft, is de Vader, de ‘Verwekker’ van nieuw geestelijk leven.
Als volmaakte Vader verlangt Hij dat Zijn kinderen Hem als de enige opvoeder aanvaarden en zich niet plaatsen onder het gezag van een andere ‘leraar’.
God dwingt echter niemand, maar heeft steeds verlangd dat Zijn kinderen Hem zouden erkennen als hun Pappa, zoals Hij door de profeet Jeremia laat weten:
Ik had gedacht, dat gij Mij zou noemen: Mijn Vader (letterlijk: dat u zou roepen: Papa!), en dat gij u van Mij niet zou afkeren, …
(Jeremia 3:19)
Opdat Hij beter gekend zou zijn als Vader, heeft God Jezus Christus naar de wereld gestuurd.
Jezus zei van Zichzelf:
Ik doe altijd wat Hem (Hij die Mij gezonden heeft) behaagt. (Johannes 8:29)
Ik en de Vader zijn een. (Johannes 10:30)
Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien … (Johannes 14:9)
Conclusie:
Elk Bijbels onderwijs moet er op gericht zijn om Jezus beter te leren kennen.
In de gemeente van Jezus Christus mag iemand die leiding geeft, onderwijst, of mensen begeleidt naar herstel en een dieper geestelijk leven, de aandacht niet op zichzelf richten.
Alles moet er op gericht zijn mensen in relatie met Jezus Christus te brengen en door Jezus heen met God, de Vader.
Behalve Jezus Christus kan niemand in deze wereld absoluut gezag doen gelden als leraar of opvoeder. Alleen Jezus is de norm en de Bijbel de juiste referentie.
Hierbij roept Jezus de leerling op om niemand te beschouwen als ‘mijn’ leraar, want alleen Jezus is gezaghebbend als leraar. Alle andere leraars onderwijzen naar hun beste vermogen om het Woord van God, de Bijbel, beter te verstaan. Niemand van hen heeft echter absoluut gezag.
Daarom roept Paulus ook op:
… toetst alles (aan de Bijbel) en behoudt het goede. (1 Thessalonicenzen 5:21)
Dit geldt ook voor het onderwijs op deze website.
Deze studie downloaden in PDF:
Mattheus 23:9 – Niemand uw vader noemen.