Verbroken relaties

De voorgaande studie ‘De eerste zonde – ongehoorzaamheid’ werd afgesloten met de tekst:

… en zij (Eva) nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man (Adam), die bij haar was, en hij at. Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren.   (Genesis 3:6)

Eva werd misleid door de satan, de vader van de leugen (Johannes 8:44) en zij en Adam aten van de vrucht van de enige boom, die God verboden had.
Dit had enorme gevolgen voor de schepping.

Adam en Eva zoals God hen had geschapen.

13. Heers over de aarde

 

 

God had Adam en Eva volmaakt geschapen en zij leefden in een open relatie met Hem. Zij waren in hun ziel en geest gericht op God.

 

God had hen de opdracht gegeven:
Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen van de zee en over het gevogelte van de hemel en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. (Genesis 1:28)

 

 

God had een deel van zijn gezag over deze wereld overgedragen aan Adam en Eva. Zij oefenden dit gezag uit, in volkomen gehoorzaamheid aan God.
Aangezien Hij scheiding had gemaakt tussen licht en duisternis, kon de satan geen enkele invloed uitoefenen op het denken van Adam en Eva.
(Zie hiervoor de studies: God schiep de aarde, Adam en Eva in her paradijs en Rebellie in de hemel)

Het gevolg van de zondeval.

De satan wist Eva aan het twijfelen te brengen via de zichtbare wereld.
Hij spiegelde haar voor:

… op de dag dat gij daarvan (van de verboden vrucht) eet, zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God zijn, kennende goed en kwaad.   (Genesis 3:5)

De apostel Petrus schrijft over het luisteren naar valse profeten:

Vrijheid spiegelen zij hun voor, hoewel zij zelf slaven van het verderf zijn; immers, door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men.   (2 Petrus 2:19)

Terwijl Eva God van dichtbij kende en wist dat ze niet mocht eten van de verboden vrucht,  geloofde ze wat satan haar voorspiegelde en werd ze ongehoorzaam aan het gebod van God.
Adam volgde zijn vrouw hierin.
Zo bracht de satan hen in slavernij onder zijn heerschappij, omdat ze gehoorzaamheid aan hem boven gehoorzaamheid aan God hadden gesteld.

Gevolg voor het wereldgebeuren.

a. Relatie tussen God en de mensen verbroken.
17. Natuurlijke mens controle satan

 

 

Door hun ongehoorzaamheid aan God en door te luisteren naar de satan, verbraken Adam en Eva hun relatie met God.

 

 

 

Sindsdien stonden zij onder de heerschappij van de satan, onder de heerschappij van het rijk van de duisternis en waren zij gescheiden van het rijk van het Licht, gescheiden van God.

 

 

Jesaja formuleerde het zo:

Zie, de hand des HEREN is niet te kort om te verlossen, en zijn oor niet te onmachtig om te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort.
(Jesaja 59:1-2)

Dit wordt schematisch weergegeven door de dikke zwarte lijn, die de scheiding tussen God en mens symboliseert. Sinds de zondeval werd de mens geboren in een open relatie met het rijk van de satan.

Waarom er in de tekening bij ‘ziel’ vermeld staat ‘de natuurlijke mens tot Golgotha’ heeft te maken met het feit dat God zijn rug niet naar de mens heeft toegekeerd, wat in het vervolg van deze studie ‘Geest, ziel en lichaam’ duidelijk zal worden.

b. Relatie tussen mensen en God verbroken.
Door hun ongehoorzaamheid werden Adam en Eva bang voor God.

Toen zij (Adam en Eva) het geluid van de HERE God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de HERE God tussen het geboomte in de hof.   (Genesis 3:8)

En hij (Adam) zei: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.   (Genesis 3:10)

Adam en Eva hadden geleefd in een open relatie met hun Schepper.
In die tijd moeten hun lichamen de heerlijkheid van God uitgestraald hebben, zoals bij Mozes, toen hij God op de berg Sinaï had ontmoet.

Toen Mozes van de berg Sinaï afdaalde, …  wist hij niet, dat de huid van zijn gelaat straalde, doordat hij met Hem (God) gesproken had. Toen Aäron en al de Israëlieten Mozes zagen, zie, de huid van zijn gelaat straalde, en zij durfden hem niet naderen.
(Exodus 34:29-30)

Na hun ongehoorzaamheid zagen Adam en Eva elkaars lichaam zoals het was, naakt, zonder bedekking, omdat de heerlijkheid van God van hen geweken was.
Zoals de Israëlieten Mozes niet durfden te benaderen, zo durfden Adam en Eva God niet langer ontmoeten.

c. Relatie tussen Adam en Eva verbroken.
Adam en Eva hadden in een volkomen harmonie met elkaar geleefd.
Als gevolg van hun ongehoorzaamheid:

  • schaamden Adam en Eva zich voor elkaar, omwille van hun naaktheid.
    Naaktheid in de Bijbel is het beeld van de natuurlijke mens.
  • gingen Adam en Eva elkaar en anderen verwijten en beschuldigen.

Toen God vroeg:

Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten?   (Genesis 3:11)

schoof Adam de verantwoordelijkheid van zich af, beschuldigde Eva en legde tegelijk de oorzaak bij God:

De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten.   (Genesis 3:12)

Ook Eva schoof haar verantwoordelijkheid af:

Daarop zei de HERE God tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zei: De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten.   (Genesis 3:13)

d. Relatie met de aarde verbroken.
De aarde waarover Adam en Eva heersten in afhankelijkheid van God, werd vanaf nu beheerst door de satan, de tegenstander van God.
Als gevolg daarvan zei God:

tot de vrouw: Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan (en naar uw man zult gij verlangen, hunkeren), en hij zal over u heersen (hij zal u besturen, gezag over u hebben).   (Genesis 3:16)

tot de mens: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem (de akker, het land) om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distels zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas van het veld eten; in het zweet van uw aanschijn zult gij brood eten, …    (Genesis 3:17-19)

Merk op:

  • De aarde is vervloekt omwille van de ongehoorzaamheid van Adam.
    God had het gebod aan Adam gegeven, vooraleer Hij Eva geschapen had. (Genesis 2:16) Adam, als ‘hoofd’, van zijn vrouw Eva, is verantwoordelijk voor het feit dat de aarde vervloekt is. Niet Eva die het eerst gegeten heeft.
  • De aardbodem is vervloekt, omdat de satan nu over de aarde heerst, met als gevolg dat de aardbodem zijn volle opbrengst niet meer zal geven

e. De dood doet zijn intrede.
God had tegen Adam gezegd

Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.   (Genesis 2:16-17)

Nadat Adam dit gebod overtreden had zei God

… in het zweet van uw aanschijn zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. (Genesis 3:17-19)

God stelde Adam verantwoordelijk en zijn ongehoorzaamheid werkte door naar Eva en naar hun nageslacht.
Geestelijk gezien stierven Adam en Eva voor God, op het moment dat zij ongehoorzaam werden.
God ziet dood en leven in functie van relaties. Hij kon geen reschtstreekse relatie meer hebben met Adam en Eva, nadat zij de gehoorzaamheid aan Hem hadden terzijde geschoven en de raad van de satan hadden opgevolgd.
Voor Hem waren zij geestelijk als ‘dood’. En samen met Adam en Eva gold dit voor het hele menselijk nageslacht dat uit hen zou voortkomen.

Uiteindelijk zouden Adam en Eva ook lichamelijk sterven.
Dit wordt uitvoerig besproken in de vervolgstudies.

f. Verbrokenheid en dood werkte door in de volgende generatie.
Kaïn, een zoon van Adam en Eva, werd jaloers op zijn jongere broer Abel, met als gevolg:

… Kaïn zei tot zijn broeder Abel: Laten wij het veld ingaan. Toen zij nu in het veld waren, stond Kaïn tegen zijn broeder Abel op en doodde hem.   (Genesis 4:8)

g. Sindsdien heerste de satan over de aarde.
Adam en Eva hadden van God de opdracht gekregen om over de aarde en de dieren te heersen.
Door te luisteren naar de satan hadden zij zich onder het gezag van de satan geplaatst, die deze autoriteit inderdaad uitoefende, zoals bleek toen Jezus in de woestijn verzocht werd door de satan, nadat Hij door Johannes gedoopt was.

… hij (de satan) bracht Jezus op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken van de wereld in een ogenblik tijd. En de duivel zei tot Hem: U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil. Indien Gij mij dan aanbidt, zal zij geheel van U zijn.   (Lukas 4:5-7)

De satan had de autoriteit over al de koninkrijken van de wereld ontvangen. “Zij is mij overgegeven”, zei hij.
Jezus weerlegde dit niet, maar erkende de waarheid ervan.
Het is opvallend bij het lezen van de evangeliën dat er zoveel mensen ‘overweldigd waren door de satan’, zoals Petrus zei:

Hij (Jezus) is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd (getiranniseerd, onderdrukt) waren; want God was met Hem.   (Handelingen 10:38)

 

Wordt vervolgd in de studie God liet zijn schepping niet in de steek’.

 

Deze studie downloaden in PDF:
Verbroken relaties.