Waar bevindt zich de ziel

7. Ziel wordt levend

 

 

In de studie over de schepping van de mens is uitgelegd dat de mens een geestelijke persoonlijkheid is met een lichaam.
De mens is een levende ziel.

 

 

Maar, waar bevindt zich de ziel, waar bevindt zich de diepste persoonlijkheid van een mens?

 

 

Over de plaats waar de ziel zich bevindt zegt de Bijbel:

Want de ziel van het vlees is in het bloed.   (Leviticus 17:11)

Want, wat de ziel van alle vlees betreft, het bloed ervan is zijn ziel.   (Leviticus 17:14)

Met ‘alle vlees’ kan bedoeld worden, elk soort ‘vlees’, maar ook ‘alle levende wezens’, zowel van dieren als van mensen.

Bij het onderzoeken van bloed in een laboratorium zal de ziel niet gevonden worden, want de ziel is geestelijk.
Als gezegd wordt dat de ziel in het bloed is, moet dit geestelijk opgevat worden.

De ziel ‘huist’ in het bloed.
Het bloed doortrekt het hele lichaam. Dit betekent dat het hele lichaam doortrokken is van het karakter en de persoonlijkheid van een mens, met al zijn verlangens en emoties.

De ‘hoofdzetel’ van het bloed is het hart, dat ook gezien wordt als het centrum van emoties en overleggingen.

Enkele Bijbelverzen:

Overleggingen’ blijkt de vertaling te zijn van verschillende woorden in de grondtekst.

Toen de HERE zag, dat de boosheid van de mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen (bedoelingen) van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was,   (Genesis 6:5)

Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen (overdenkingen – gemijmer) van mijn hart U welgevallig zijn, o HERE, mijn rots en mijn verlosser.   (Psalmen 19:14)

Vele zijn de overleggingen (plannen – voornemen) in het hart van de mensen, maar de raad van de HERE, die zal bestaan.   (Spreuken 19:21)

Doch zij hoorden niet, noch neigden hun oor, maar zij wandelden naar de verstokte overleggingen (plannen – beraadslaging) van hun boos hart en keerden zich achterwaarts en niet voorwaarts, … (Jeremia 7:24)

En daar Jezus hun overleggingen (overwegingen – gedachten) kende, zei Hij: Waarom overlegt (overweegt) gij kwaad in uw hart?   (Mattheüs 9:4)

Maar wat de mond uitgaat, komt uit het hart, en dat maakt de mens onrein.   (Mattheüs 15:18)

Maar Jezus kende de overlegging (het denken van iemand die met zichzelf overlegt) van hun hart, en Hij nam een kind en plaatste dat bij Zich.   (Lukas 9:47)

Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen (het denken van iemand die met zichzelf overlegt) zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig (dom, zonder inzicht) hart.   (Romeinen 1:21)

Dat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, (Spreuken 3:3)

Want ik heb veel vreugde en troost genoten in uw liefde, omdat het hart der heiligen door u verkwikt (rust gegeven, verfrist) is, broeder.   (Filémon 1:7)

En zie, ik heb naast hem gesteld Oholiab, de zoon van Achisamak, uit de stam Dan; in het hart van ieder die kunstvaardig is, heb Ik wijsheid gelegd. Zij zullen alles maken, wat Ik u geboden heb.   (Exodus 31:6)

De gehele aarde verlangde Salomo te zien om de wijsheid te horen, die God in zijn hart gelegd had.   (1 Koningen 10:24)

Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, de overdenking (mijmerig, uiting) van mijn hart is louter inzicht.   (Psalmen 49:3)

Want de wijsheid zal in uw hart komen en de kennis (ook: onderscheid, doorzicht) zal voor uw ziel liefelijk zijn.   (Spreuken 2:10)

Wie op eigen hart vertrouwt, is een dwaas; maar wie in wijsheid wandelt, zal ontkomen. Spreuken 28:26

Ik zeide bij mijzelf (letterlijk: Ik sprak woorden tegen mijn hart): Zie, ik ben groter en rijker in wijsheid geworden dan allen die voor mij over Jeruzalem geregeerd hebben, en mijn hart heeft in overvloed wijsheid en kennis opgedaan (gezien, begrepen).
(Prediker 1:16)

Deze teksten laten zien:

  • dat de wijze van handelen bepaald wordt door de bedoeling van het hart.
  • dat de overdenkingen van het hart gekend zijn bij God.
  • dat in het hart plannen gemaakt en voornemens gekoesterd worden.
  • dat het handelen wordt bepaald door de beraadslaging en de plannen van het hart.
  • dat het spreken bepaald wordt door wat er leeft in het hart.
  • dat een mens in zijn hart overleg pleegt met zichzelf.
  • dat het hart dom kan zijn, zonder inzicht.
  • dat liefde en trouw voortkomen uit het hart.
  • dat het hart rust kan ontvangen en verfrist kan worden.
  • dat het hart wijsheid van God kan ontvangen.
  • dat wijsheid voortkomt uit het hart.
  • dat inzicht voortkomt uit de overdenkingen in het hart.
  • dat het dwaas is, om op het eigen hart te vertrouwen.
  • dat het hart wijsheid en kennis begrijpt.

Als er gezegd wordt dat dit alles uit het hart komt, als de zetel van de ziel, wil dat zeggen dat de hele persoon hierbij betrokken is, zoals het hart het bloed doorheen het hele lichaam pompt.

Wat een mens doet, wordt bepaald door wie die mens is in zijn hart, als levende ziel.
Dit wordt ervaren in het spreken en handelen en in de hele uitstraling van de persoon.

 

Deze studie downloaden in PDF:
Waar bevindt zich de ziel.