Jezus stierf als zondoffer voor het volk
Over het zondoffer:
God zei tot Mozes:
Spreek tot de Israëlieten: Wanneer iemand zonder opzet zondigt in een van de dingen die de HERE verboden heeft te doen, en een daarvan doet, dan zal … (hij) … een zondoffer brengen. (Leviticus 4:2-3)
Het zondoffer werd gebracht door de persoon die zonder opzet gezondigd had en bracht dus verzoening van de onopzettelijke zonden.
Volgens de wet uit Leviticus 4, werd het verloop van het offerritueel bepaald door de persoon die het offer bracht, de gezalfde priester (vers 3), een vorst (vers 22), of de gehele vergadering:
Indien de gehele vergadering van Israël zonder opzet zonde gedaan heeft, … dan zal de gemeente, … een … zondoffer brengen. (Leviticus 4:13-14)
Zo moest Aäron op de Dag van Verzoening …
… het zondoffer, voor het volk bestemd, slachten … (Leviticus 16:15)
Met het volk werd hier het volk Israël (de gehele vergadering, of de gemeente) bedoeld.
Maar, de Dag van Verzoening verwijst naar het lijden en sterven van Jezus.
Toen Jezus verworpen werd als de beloofde Messias en gekruisigd werd, stierf Hij niet enkel als zondoffer van de gehele vergadering van Israël (de wet uit 4:13), maar als zondoffer van het volk (Leviticus 16:15), d.w.z. de gelovigen uit de hele wereld, zoals Paulus later schrijft:
Want allen hebben gezondigd en derven (zijn verstoken van) de heerlijkheid van God en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade (vriendelijkheid), door de verlossing (bevrijding) in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, … (Romeinen 3:23-24)
Zo werd vervuld wat de engel tegen Jozef zei, toen die er over dacht om Maria te verlaten:
Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden. (Mattheüs 1:21)
Om Zijn volk van hun zonden te redden, moest Jezus sterven als zondoffer voor Zijn volk.
De Dag van Verzoening was hiervan de voorafschaduwing en maakte duidelijk hoe een mens, door het sterven van Jezus Christus aan het kruis op Golgotha, bevrijd wordt van zijn leven van vóór de bekering, door het geloof in Hem.
Daarom is het van groot belang te weten dat Jezus stierf, in overeenstemming met het ritueel voor het zondoffer van de gehele vergadering uit Leviticus 4:13, anders zou Zijn sterven geen uitwerking gehad hebben in de geestelijke wereld en was er geen vergeving van zonden bewerkt door het geloof in Hem en was Zijn sterven zonder betekenis geweest voor de mensheid.
Het sterven van Jezus getoetst aan de wet uit Leviticus 4:
Leviticus 4:13-14 – Indien de gehele vergadering van Israël zonder opzet zonde gedaan heeft, … dan zal de gemeente … een jonge stier ten zondoffer brengen …
Dit is precies wat er ook 2.000 jaar geleden gebeurde.
De overpriesters en de oudsten van het volk besloten, dat Jezus moest sterven voor het volk.
Dit bevestigde de hogepriester Kajafas, in de vergadering van de oudsten, zonder de draagwijdte van zijn uitspraak te beseffen, toen hij zei:
… gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat één mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat.
Doch dit zei hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij, dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar om ook de verstrooide kinderen van God bijeen te vergaderen. (Johannes 11:50-52)
De overpriesters en de oudsten stuurden er een grote schare op uit (de gehele vergadering, of de gemeente uit 4:14), om Jezus gevangen te nemen en Hem voor hen te brengen. (Mattheüs 26:47)
Ook bij Pilatus was het volk aanwezig om te eisen dat Jezus gekruisigd zou worden.
Jezus werd door het volk voorgeleid om te sterven.
Zo ging in Jezus Christus de wet op het zondoffer uit Leviticus 4 in vervulling, waarbij de gemeente (het volk) Jezus als zondoffer bracht.
4:15 – En de oudsten van de vergadering zullen hun handen op de kop van de stier leggen voor het aangezicht des HEREN, en men zal de stier voor het aangezicht des HEREN slachten.
De handen die op de kop van de stier werden gelegd betekent, dat de zonden werden beleden.
Op de Dag van Verzoening bestond het zondoffer uit twee geitenbokken. Tussen hen werd de keuze gemaakt welke bok zou sterven als zondoffer en op welke bok de handen gelegd zouden worden, waarna hij de zonden naar de woestijn zou brengen.
Op de Dag van Verzoening werd het zondoffer dus geslacht, zonder dat er op dat moment zonden werden beleden.
Het zondoffer werd geslacht voor het aangezicht des Heren.
Dit betekent dat God nauw betrokken was bij het slachten van het zondoffer, net zoals Hij ook nauw betrokken was bij het lijden en sterven van Jezus aan het kruis.
Het slachten van het offerdier hebben de oudsten waarschijnlijk niet zelf gedaan maar, in hun aanwezigheid aan iemand anders overgelaten.
In aanwezigheid van de Farizeeën (de oudsten van de vergadering), werd Jezus uiteindelijk door de soldaten gekruisigd.
4:16-17 – De gezalfde priester zal een deel van het bloed van de stier in de tent der samenkomst brengen, en die priester zal zijn vinger in het bloed dopen en zevenmaal voor het aangezicht des HEREN vóór het voorhangsel sprenkelen.
Het bloed van het zondoffer werd gesprenkeld vóór het voorhangsel.
Op de Dag van Verzoening moest Aäron het bloed van het zondoffer sprenkelen achter het voorhangsel, in het heilige der heiligen, nu echt vóór het aangezicht van God. Het sprenkelen achter het voorhangsel was de voorafschaduwing van het voorhangsel dat in tweeën zou scheuren op het moment dat Jezus stierf, waardoor het heilige der heiligen vrij toegankelijk werd vanuit het heilige.
Zo is Jezus:
…met zijn eigen bloed eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf. (Hebreeën 9:12)
4:18 – En een deel van het bloed zal hij strijken aan de horens van het (reukoffer)altaar, …
Zoals Aäron dit ook op de Dag van Verzoening moest doen in de tent der samenkomst, als voorafschaduwing van Jezus Christus, zo zal Jezus dat, met zijn eigen bloed, ook gedaan hebben in de hemelse tabernakel, al wordt dat niet expliciet vermeld in de Bijbel.
4:19-20 – En al het vet zal hij eruit nemen en op het (brandoffer)altaar in rook doen opgaan. Zo zal de priester over hen verzoening doen, en het zal hun vergeven worden.
Deze handeling verrichte Aäron ook op de Dag van Verzoening.
In vers 4:31 wordt het branden van het vet op het brandofferaltaar een liefelijke reuk voor de Here genoemd.
Dit kan gezien worden als een bevestiging, dat het betreffende zondoffer aangenaam was voor God en door Hem werd aanvaard.
In die zin heeft God bevestigd dat Hij het offer van Jezus voor de vergeving van de zonden, als een liefelijke reuk heeft aanvaard, door Hem uit de dood te doen opstaan in een verheerlijkt lichaam.
4:21 – En hij zal de stier buiten de legerplaats brengen en hem verbranden, … Dit is het zondoffer van de gemeente.
Het was blijkbaar ook de gewoonte dat de lichamen van de gekruisigden verbrand werden.
In de brief aan de Hebreeën wordt in verband hiermee opgemerkt:
Daarom heeft ook Jezus, … buiten de poort geleden. (Hebreeën 13:12)
Jezus’ lichaam werd niet verbrand, maar begraven. Door zijn opstanding in een verheerlijkt lichaam, was het graf leeg en werd ook van zijn natuurlijk lichaam niets meer op aarde teruggevonden.
Conclusie:
Jezus stierf als zondoffer voor het volk, in overeenstemming met de wet uit Leviticus 4.
Voor hen uit de gehele wereld, die in Hem geloven, stierf Jezus aan het kruis voor de vergeving van de onopzettelijke zonden.
Paulus schrijft:
… dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen, … (2 Corinthiërs 5:19)
Door het geloof in Jezus Christus, is de vergeving van zonden uit het leven van vóór de bekering, beschikbaar voor iedereen.
Opmerking:
Op de Dag van Verzoening werd ook een brandoffer gebracht, als voorafschaduwing van Jezus die ook stierf voor de vergeving van de zonden die niet verzoend worden door een zondoffer en ook voor de zonden in het leven van de gelovige.
Johannes schrijft:
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. (1 Johannes 1:9)
Wie erkent dat hij/zij tegen God gezondigd heeft en aanvaardt dat Jezus Christus voor zijn/haar
zonden gestorven is, zal van zonden gereinigd worden door het bloed van Jezus.
Alleen zo is het mogelijk, vanuit de verzoening met God, het leven te ontvangen dat Jezus beloofde, toen Hij zei:
Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. (Johannes 10:10)
Waarom was één offer van Jezus voldoende?
Jezus Christus stierf aan het kruis op Golgotha, als de Zoon van God en als de volmaakte mens die niet gezondigd heeft. Als hemelse hogepriester naar de orde van Melchisedek en als zondeloze mens, had zijn sterven niet alleen effect in de wereld, maar ook in de hemel.
En, wat in de hemel gebeurt is voor eeuwig.
Daarom was het éénmalige offer van Jezus Christus voldoende, zoals er geschreven staat:
Maar Christus, opgetreden als hogepriester van de goederen, die gekomen zijn, is door de grotere en meer volmaakte tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van deze schepping, en dat niet met het bloed van bokken en kalveren, maar met zijn eigen bloed eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf. (Hebreeën 9:11-12)
Deze studie downloaden in PDF:
Jezus stierf als zondoffer voor het volk



