Exodus 16:2-31
Over het manna:
En in die woestijn morde de gehele vergadering der Israëlieten tegen Mozes en Aaron. Toen zei de HERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig is, opdat Ik het op de proef stelle, of het al dan niet wandelt naar mijn wet. En als zij op de zesde dag bereiden wat zij hebben binnengebracht, dan zal dit dubbel zoveel zijn als wat zij op de andere dagen verzamelen.
… en des morgens was er een dauwlaag rondom de legerplaats.
Toen de dauwlaag opgetrokken was, zie, daar lag over de woestijn iets fijns, iets schilferachtigs, fijn als rijm op de aarde. Toen de Israëlieten het zagen, zeiden zij tot elkander: Wat is dit? Want zij wisten niet, wat het was. Maar Mozes zei tot hen: Dit is het brood dat de HERE u tot spijze gegeven heeft.
Dit is wat de HERE geboden heeft: verzamelt ervan naar ieders behoefte; ieder van u kan voor zijn tentgenoten een gomer (maat voor droge producten, inhoud ongeveer 2 liter) per hoofd nemen, naar gelang van het zielental.De Israëlieten nu deden zo en verzamelden het, de een meer en de ander minder.
Toen zij het in een gomer maten, had hij die meer verzameld had, niet te veel en hij die minder verzameld had, kwam niet te kort. Ieder had naar zijn behoefte verzameld.
En Mozes zeide tot hen: Niemand late ervan over tot de morgen.
Maar sommigen luisterden niet naar Mozes en lieten ervan over tot de morgen, maar toen was het bedorven van de wormen en stonk.
Zij nu verzamelden het elke morgen ieder naar zijn behoefte; maar als de zon heet werd, smolt het.
En op de zesde dag verzamelden zij tweemaal zoveel brood, twee gomer voor ieder.
Toen zei hij tot hen: Dit is wat de HERE gezegd heeft: een rustdag, een heilige sabbat is het morgen voor de HERE; bakt wat gij bakken wilt en kookt wat gij koken wilt; laat al wat overblijft liggen om het tot de volgende morgen te bewaren.
Zij lieten het dan tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes bevolen had; toen stonk het niet, en er waren geen maden in.
Voorts zei Mozes: Eet dit vandaag, want heden is het sabbat voor de HERE, vandaag zult gij het niet vinden op het veld.
Zes dagen zult gij het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat; dan is het er niet.
Toen er dan ook van het volk op de zevende dag heengingen om wat te verzamelen, vonden zij het niet.
Bedenkt, dat de HERE u de sabbat gegeven heeft; daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven; niemand mag zijn plaats op de zevende dag verlaten.
Toen rustte het volk op de zevende dag.
Het huis Israëls noemde het: manna; en het was wit als korianderzaad en de smaak ervan was als die van een honigkoek.