Leviticus 16:12-13 – Tot geestelijk leven verwekt

Deze deelstudie is een toelichting bij Leviticus 16 – De Dag van Verzoening.

Leviticus 16:12-13

En hij (Aäron) zal een pan vol gloeiende kolen van het (brandoffer)altaar voor het aangezicht des HEREN nemen en zijn handen vullen met fijngestoten welriekend reukwerk en dat alles brengen binnen het voorhangsel. Dan zal hij het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht des HEREN, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel dat op de getuigenis ligt, bedekt, opdat hij niet sterve.

Na enkel het slachten van de stier van zijn zondoffer (vers 11), het bloed werd pas gesprenkeld in vers 14, moest hogepriester Aäron, gekleed als priester, het heilige der heiligen betreden met reukwerk. Hiervoor moest hij:

  • een gewone vuurpan nemen
  • met gloeiende kooltjes van het brandofferaltaar uit de voorhof
  • beide handen vullen met reukwerk
  • uitsluitend hiermee het heilige der heiligen binnengaan
  • en daar het reukwerk op het vuur leggen.

In welke hoedanigheid bracht hogepriester Aäron, gekleed als priester, dit reukoffer?
Gezien Aäron dit reukwerk moest brengen in een gewone vuurpan, is hij hier niet de voorafschaduwing van Jezus Christus, maar wel het beeld van de natuurlijke mens.
Dus ook niet het beeld van de gelovige, gezien de bekering pas in latere verzen van Leviticus 16 symbolisch werd uitgebeeld.
Dit betekent dat Aäron hier, tégen de wetgeving voor de tent der samenkomst in, als beeld van de natuurlijke zondige mens het heilige der heiligen binnenging tot in de nabijheid van God.
Omdat er op dit moment tussen God en de mens, die reukwerk offerde, nog geen verzoening was bewerkt, moest de rook van dit reukwerk het verzoendeksel bedekken.

Betekenis:

Het brengen van dit reukwerk illustreerde de beginnende relatie van God met de mens die Hem ernstig zoekt en door Hem gehoord wordt.
De mens heeft van nature geen relatie met God, omdat deze verbroken is vanwege de zonde.
Daarom is de geest van een mens van nature dood voor God en moet eerst tot leven verwekt worden, opdat een mens zich, tijdens zijn aardse leven, met God zou kunnen verzoenen.
Dit is precies wat op de Dag der Verzoening werd uitgebeeld op het moment dat hogepriester Aäron, gekleed als priester en beeld van de zondige mens, het heilige der heiligen binnenging, met niets méér dan zijn reukwerk voor God.
Aäron was hier als de mens die, in zijn hart, door de Heilige Geest gedreven (het vuur in de vuurpan) tot de overtuiging is gekomen om God te zoeken. Die zoektocht beantwoordt God altijd. David zei tegen zijn zoon Salomo:

… de HERE doorzoekt alle harten en doorgrondt al wat de gedachten beramen. Indien gij Hem zoekt, zal Hij Zich door u laten vinden; …   (1 Kronieken 28:9)

De wolk van het reukwerk in de vuurpan staat voor de roepstem van de mens die God zoekt, met misschien niet meer dan een onzeker verlangen zoals: God als U bestaat ….
Of zoals Jezus vertelde in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar:

De tollenaar stond van verre en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel, maar hij sloeg zich op de borst en zei: O God, wees mij, zondaar, genadig!   (Lukas 18:13)

De wolk van dit reukwerk is bij deze ontmoeting tegelijk ook de noodzakelijke bedekking ter bescherming van de zoekende mens, zoals hier in vers 13 voor Aäron gold: … opdat hij niet sterve.
Het betekent dat de zoekende mens God nog niet kan ontmoeten van aangezicht tot aangezicht.

Dat de zondige mens, die nog niet door het bloed van Jezus Christus gereinigd en geheiligd is door het geloof in Hem, toch in de nabijheid van God mag komen, is de vervulling van het zondoffer uit vers 11, dat verwijst naar de bereidheid van Jezus, om te sterven voor de verlossing van de mensen.
Dit zondoffer was de voorafschaduwing van Jezus die Zichzelf offerde voor de verzoening van de onopzettelijke zonden in het leven van de toekomstige priester-gelovigen. Zo ontsloot Jezus voor de zoekende mens de weg tot God, in de verwachting dat hij tot geloof in Hem zou komen en zich zou bekeren tot een leven als priester naar de orde van Melchisedek.

De zoekende mens die God ontmoet met reukwerk zet de eerste noodzakelijke stap om Jezus te kunnen ontmoeten.
Jezus zei:

Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke (leidt), …   (Johannes 6:44)

Nochtans, na tot geestelijk leven verwekt te zijn, is er een tweede stap nodig, om zich met God te verzoenen en Hem te kunnen ontmoeten van aangezicht tot aangezicht, zonder bedekking, namelijk de geestelijke geboorte.
Dit wordt uitgebreid besproken in de deelstudies over de betekenis van het zondoffer van het volk, in de verzen 15 en 16.

Teksten die deze twee stappen op een andere manier illustreren zijn te vinden in het evangelie van Johannes 1:12-13 en 3:3-6.

Illustratie 1 – Johannes 1:12-13.

Johannes schrijft in het begin van het evangelie:

Doch allen, die Hem (Jezus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, doch uit God geboren zijn.   (Johannes 1:12-13)

Geboren zijn is de vertaling van het Griekse werkwoord gennao.

De OLB vertaalt gennao als:

  • van mensen die kinderen verwekken
  • geboren worden, verwekt worden, van vrouwen die het leven schenken aan kinderen
  • als metafoor: verwekken, veroorzaken, opwekken
  • in Joodse zin: van iemand die anderen overhaalt tot zijn wijze van leven, iemand bekeren.

Het Grieks/Nederlands woordenboek vertaalt gennao als:

  • verwekken, voortbrengen
  • maken, scheppen, produceren

Merk op dat het Grieks slechts één woord kent voor verwekt worden en geboren worden.

De vraag is: Wie hebben de macht gekregen om kinderen van God te worden?
Antwoord: Zij die uit God geboren zijn.
Dit kan dus ook vertaald worden als: Zij die uit God verwekt zijn, d.wz. uit God tot geestelijk leven verwekt zijn.

Om het volle leven te beleven, zijn er twee stappen nodig, eigenlijk drie, waarbij stappen 2 en 3 als één enkele gezien kunnen worden, namelijk: Tot geloof komen in Jezus Christus en doorgroeien tot een oprechte discipel van Hem.

Samengevat:

  • 1. Door God tot geestelijk leven verwekt worden.
  • 2. Vervolgens in Jezus geloven, Hem aannemen als persoonlijke Verlosser
  • 3. en zo de macht ontvangen, een kind van God te worden. Wat zoveel betekent als de vrijheid krijgen om te beslissen Jezus Christus ook daadwerkelijk als discipel te volgen en zo door God als Zijn kind geadopteerd te worden.

De natuurlijke mens is een slaaf van de zonde en is niet in staat om een leven te leiden dat God welgevallig is. Hij kan pas uit deze slavernij verlost worden, als hij ernaar verlangt zijn huidige manier van leven achter zich te laten en te erkennen dat hij dit niet uit zichzelf kan. Wie zo God aanroept, is zich bewust geworden van het bestaan van de geestelijke wereld, waardoor God zijn ziel tot geestelijk leven verwekt.
Dit betekent dat deze persoon voor God tot leven komt in de geestelijke wereld en in staat is om Jezus in zijn leven toe te laten en in Hem een nieuw leven te ontvangen.

Illustratie 2 – Johannes 3:3-5.

In het gesprek met Nicodémus zei Jezus:

 

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand (a) wederom (b) geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.
Nikodemus zei tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij dan voor de tweede maal in de moederschoot ingaan en geboren worden?
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan (c).   (Johannes 3:3-5)

a. Wederom is de vertaling van anothen.
De OLB vertaalt anothen als:

  • van boven af, van een hogere plaats, van dingen die uit de hemel of van God komen
  • van het eerste begin af, opnieuw

Nicodémus interpreteerde de uitsprak van Jezus als opnieuw, maar dat bedoelde Jezus niet.
Jezus bedoelde van boven af, vanuit de hemel, zoals het vertaald is waar Jezus tegen Pilatus zei:

Gij zoudt geen macht tegen Mij hebben, indien het u niet van boven (anothen: Jezus bedoelde, door God) gegeven ware: …   (Johannes 19:11)

b. Geboren worden: Dit is reeds besproken bij Illustratie 1 – Johannes 1:12-13, waar wordt uitgelegd dat geboren worden en verwekt worden éénzelfde woord is in het Grieks.

Nicodémus merkte terecht op dat een mens niet opnieuw geboren kan worden in deze wereld.
Jezus bedoelde dan ook, dat een mens tot geestelijk leven verwekt moet worden (stap 1), zodat
Hij zicht krijgt op de geestelijke wereld om het koninkrijk van God te kunnen zien.
Daarom zei Jezus dat een mens, om het koninkrijk van God te kunnen binnengaan (stap 3), na verwekt te zijn (stap 1), (geestelijk) geboren moet worden (stap 2).

Stap 1. Als een baby verwekt is, is dit een onzichtbaar feit. De baby bestaat, maar niemand kan de mens zien die verwekt is en die onzichtbaar verder groeit, vooraleer hij geboren kan worden.
Geestelijk verwekt worden is ook een onzichtbaar gebeuren, waarbij de geest van de mens tot leven komt in de onzichtbare wereld. Ook deze mens moet geestelijk groeien, vooraleer zichtbaar kan worden dat hij tot nieuw geestelijk leven verwekt is.
Stap 2. Daarom zei Jezus dat een mens geboren moet worden uit water en Geest.
Geboren worden betekent dat het onzichtbare (geestelijk) leven dat verwekt is, voor de
buitenwereld zichtbaar zal worden in het leven van de gelovige.
Water staat daarbij voor de doop door onderdompeling, het zichtbaar teken van de bekering.
De gelovige die ervoor kiest zich om te keren en het oude leven los te laten (daaraan te sterven) om op te staan in een nieuw leven met Jezus Christus.
Stap 3. Daarbij behoort de derde stap, namelijk de bewuste keuze en het besluit te leven
overeenkomstig het onderwijs in de Bijbel, onder leiding van de Geest. Dit is de Heilige Geest, die de gelovige zal begeleiden op zijn nieuwe levensweg, zoals Jezus zei:

… maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.   (Johannes 14:26)

Paulus schrijft:

Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheid van God, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en God welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.   (Romeinen 12:1)

Dit alles met als doel, Jezus zichtbaar te maken in de wereld.

Te leven met Jezus staat gelijk aan het Koninkrijk van God binnengaan en door Hem aangenomen te worden als Zijn kind. Zo ontvangt de gelovige, die leeft onder de autoriteit van Jezus Christus,
een rijk en overvloedig leven zoals Hij dat beloofd heeft. (Johannes 10:10)
Zie ook de studies:

Wordt vervolgd in de studie Leviticus 16:14 – De eerste maal bloed sprenkelen.

Deze studie downloaden als PDF:
Leviticus 16:12-13 – Tot geestelijk leven verwekt.