De priester naar de orde van Melchisedek (2)

Na de introductie, wordt in dit tweede deel van deze studiereeks beschreven, hoe een discipel van Jezus Christus zich voorbereidt en gewijd wordt tot priester naar de orde van Melchisedek.
Pas dan is hij/zij klaar om de voorhof van de tabernakel binnen te gaan en de eerste stap te zetten op de nieuwe en levende weg, die Jezus Christus is.

God zoekt de mens.

Adam en Eva verbraken door hun ongehoorzaamheid in het paradijs, de relatie met God.
Toch liet Hij zijn schepping niet in de steek en ondersteunt Hij ook nu nog de zoekende mens.
Want, zoals de Heilige Geest bij de schepping over de wateren van de aarde zweefde, zo gaat Hij, als de ogen van God, nog steeds …

… over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen wier hart volkomen naar Hem uitgaat.   (2 Kronieken 16:9)

De herstel van de relatie met God, werd echter pas mogelijk met de komst van Jezus Christus in de wereld.
De vergeving van zonden door het geloof in Hem, maakt dat het volle leven ontvangen wordt, zoals Jezus van Zichzelf getuigt:

Ik ben gekomen, opdat zij (Zijn schapen) een alles overtreffend leven hebben.   (vrij naar Johannes 10:10)

Dit alles overtreffende leven wordt ontvangen in een leven in relatie met Jezus Christus.

De komst van Jezus Christus.

Om dit ‘alles overtreffende leven’ mogelijk te maken, kwam Jezus naar de wereld en vestigde hier een nieuw priesterschap, naar de orde van Melchisedek, waarvan Hij de hogepriester is.
Hij verlangt ernaar dat iedereen die in Hem gelooft, toetreedt tot dit priesterschap, om zo het alles overtreffende leven te beleven, mét de opdracht, zoals Petrus formuleerde:

Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: …   (1 Petrus 2:9)

Als voorafspiegeling van dit priesterschap had God, na de uittocht uit Egypte, Aäron en zijn nakomelingen als priesters aangeduid. Zij moesten dienst doen in het heiligdom, de tabernakel, die Mozes in de woestijn moest oprichten, volgens het model dat God hem in de hemel had laten zien.
Uit de wetgeving voor dit Levitisch priesterschap is veel te leren, al is deze wetgeving aan veranderingen onderhevig, onder het hogepriesterschap van Jezus Christus.

De tabernakel en plattegrond.

De tabernakel, ook tent der samenkomst genoemd, bestond uit een heiligdom dat opgesplitst was in het heilige en het heilige der heiligen, van elkaar gescheiden door een voorhangsel.
Dit heiligdom werd voorafgegaan door een voorhof.
Het geheel was omringd door een linnen muur van 5 el hoog (+/- 2m50).

Tabernakel

Onderscheid in priesterschap.

Het Oude Testament:
Na de uittocht uit Egypte had God de stam Levi aangeduid om dienst te doen in de tabernakel. Zij worden in de Bijbel de Levieten genoemd.
Uit de stam Levi had God het geslacht van Aäron als priesters aangesteld.
De mannelijke nakomelingen van Aäron waren dus priester door natuurlijke geboorte.
Zij hadden niet te kiezen en werden als priester gewijd, om hun taak in de tabernakel te vervullen zodra ze 25 jaar oud waren. (Numeri 8:24)
Zij stonden in voor de offers op het brandofferaltaar in de voorhof van de tabernakel en verzorgden de voorwerpen in het heiligdom.
Enkel de hogepriester had eenmaal per jaar, op Grote Verzoendag, toegang tot het heilige der heiligen, de plaats waar God aanwezig was.

Het Nieuwe Testament:
Door zijn sterven en opstanding uit de dood, vestigde Jezus in deze wereld een nieuw priesterschap, naar de orde van Melchisedek, waarvan Hij de hogepriester is. In dit nieuwe priesterschap wordt men geboren door geestelijke geboorte, als discipel van Jezus Christus, waarna de discipel ook gewijd wordt tot priester naar de orde van Melchisedek.

Zoals Jezus uitlegde aan Nikodemus, wordt een mens bij de bekering door God tot nieuw geestelijk leven verwekt. Hierdoor kan hij/zij het Koninkrijk van God zien.

Daarna, als hij/zij de autoriteit van Jezus over zijn/haar leven aanvaardt en dit zichtbaar wordt in het leven van de gelovige, gaat hij/zij het Koninkrijk van God binnen als discipel van Jezus Christus. Dit staat gelijk aan een geestelijke geboorte.

Petrus roept dan ook op:

Komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die aan God welgevallig zijn door Jezus Christus.   (1 Petrus 2:4-5)

Toetreden tot het priesterschap naar de orde van Melchisedek.

God koos uit het volk Israël, de stam Levi om dienst te doen in de tabernakel en uit hen Aäron en zijn nakomelingen als priesters.
De overige leden van de stam Levi, de Levieten, moesten de priesters helpen bij het verrichten van hun taken bij (niet in) de tabernakel (dus in de voorhof) en stonden ook in voor onderhoud en vervoer, volgens hun taakomschrijving aan Aäron uit Numeri:

Doe ook uw broederen, de stam Levi, … met u naderen, … opdat zij hun taak vervullen jegens u, zowel als hun taak met betrekking tot de gehele tent; tot het gerei van het heiligdom en tot het altaar echter, zullen zij niet naderen, opdat zij niet sterven, …
(Numeri 18:2-3)

Afgeleid van het Hebreeuws ‘lavah’ (dat vertaald wordt met zich voegen bij, zich aansluiten bij) betekent de naam Levi:

  • Verbonden – in de betekenis van verbinden, zich aansluiten bij (OLB)
  • aansluiten (Hebreeuws woordenboek)

Uit de stam Levi stelde God Aäron aan als hogepriester en zijn zonen als priesters.
De naam Aäron betekent: lichtbrenger.
Volgens de betekenis van deze namen waren Aäron en zijn zonen, uit de stam Levi aan elkaar verbonden en als priesterlijk geslacht, lichtbrengers voor het volk Israël.

Geestelijke betekenis:
Door hun bekering brengt Jezus mensen samen die zich aansluiten bij en verbinden met Hem en aan elkaar.
Als priesters naar de orde van Melchisedek, worden zij in de wereld gezonden als lichtbrengers.

Jezus zei:

Ik ben het licht van de wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.   (Johannes 8:12)

Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht van de wereld.   (Johannes 9:5)

Later zegt Hij tot zijn discipelen:

Gij zijt het licht van de wereld. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.   (Mattheüs 5:14 en 16)

Jezus, de nieuwe ‘Aäron’, als Het Licht, hogepriester naar de orde van Melchisedek, roept mensen op om zich met Hem te verbinden en als priester/discipel, als ‘lichtbrenger’, Zijn Licht in de wereld te laten schijnen. Anders gezegd: Jezus te weerspiegelen in de wereld.

De wijding tot priester naar de orde van Melchisedek.

De zonen van Aäron, priester door geboorte, moesten eerst gewijd worden tot de priesterdienst, voordat zij hun opdracht in de tabernakel konden vervullen.

Zo bereidt ook de gelovige zich voor, om door zijn wijding als priester, lichtbrenger in de wereld te worden.
Bij de priesterwijding van de zonen van Aäron:

  • a. werd hun lichaam gewassen
  • b. werden zij bekleed met de priesterkleding

a. Het lichaam wassen:
God gaf aan Mozes de opdracht:

Ook zult gij Aäron en zijn zonen doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en gij zult hen met water wassen.
(Exodus 29:4)

Om tot priester naar de orde van Melchisedek gewijd te worden, moet ook de discipel gereinigd worden, door zich te baden in water.

Zoals Paulus schrijft:

… evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, …   (Efeziërs 5:25-26)

En Jezus zei tot zijn discipelen:

Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in u.   (Johannes 15:3)

Het is niet voldoende om enkel de woorden van Jezus te horen en zich met Hem verbonden te weten, als nieuwe priester.
Jezus roept op om Hem te volgen, mét de opdracht ‘blijf in Mij’.
Het is belangrijk om de woorden van Jezus ter harte te nemen en zo geestelijk rein te worden en deze reinheid te bewaren.

Luisteren naar Jezus en Zijn woorden in het hart sluiten, betekent loskomen van denkbeelden en gewoontes van het oude leven. Dit is bekering, waaraan de waarschuwing verbonden is:

Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft.
(Johannes 15:4)

Dit verwijst naar het tweede onderdeel van de priesterwijding.

b. Door de priesterkleding bekleed worden:
Bij hun wijding tot priester moest Mozes Aäron en zijn zonen bekleden met de heilige klederen, waarin zij dienst zouden doen in de tabernakel en waardoor zij herkenbaar zouden zijn voor het volk.

Voor deze kleding had God speciale voorschriften gegeven:

En zij maakten de onderklederen van fijn linnen, weefwerk, voor Aäron en zijn zonen, de tulband van fijn linnen, de sierlijke hoofddoeken van fijn linnen, de linnen broeken van getweernd fijn linnen, en de gordel van getweernd fijn linnen, blauwpurper, roodpurper en scharlaken: veelkleurig weefwerk, zoals de HERE Mozes geboden had.   (Exodus 39:27-29)

Opmerking bij onderklederen: Het Hebreeuws woord hier, betekent niet uitsluitend onderkleding, maar wordt ook gebruikt voor bovenkleding. Denk aan het pronkgewaad van Jozef.

Linnen:

Priester

Linnen is een stof die uit vlasdraad geweven wordt.
Vlasdraad is een fijn garen dat gesponnen wordt uit de vezels van vlas. Om deze vezels te winnen moet het vlas een hele reeks bewerkingen ondergaan.
Kleding met vlasdraad geweven, is aangenaam om te dragen.
Het is zacht, maar ook sterk en duurzaam en door het gebruik wordt het zachter en sterker.
Linnen kleding kan tot 20% van het eigen gewicht aan vocht absorberen, voordat het zelf vochtig aanvoelt,
Omdat dit vocht ook weer gemakkelijk aan de lucht wordt afgegeven, blijft het fris en droog aanvoelen.
Waar in de Bijbel fijn linnen genoemd wordt zonder de kleur te vermelden, kan aangenomen worden dat de kleding wit was.

Linnen kleding:
De priesterkleding van fijn linnen symboliseert ook een opdracht:

… want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden van de heiligen.   (Openbaring 19:8)

Jezus geeft de opdracht:

Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.   (Mattheüs 5:16 )

Niemand gaat ‘rechtvaardige daden’ doen, door de linnen priesterkleding aan te trekken.
De priester/discipel wordt bekleed met fijn linnen, door zijn/haar rechtvaardige daden d.w.z. zijn/haar wandel in de nieuwe staat van leven. Deze zijn het bewijs van koninklijk priesterschap en laten Jezus, als het Licht, aan de wereld zien.
Dit vraagt om een keuze en een levenswandel uit liefde voor God en de naaste.

Volgens de opdracht van God moesten de priesters linnen kleding dragen, want:

… zij mogen geen wol dragen, als zij dienst doen in de poorten van de binnenste voorhof of in het huis (de tabernakel).
(Ezechiël 44:17)

… zij zullen zich niet omgorden met iets dat doet zweten.   (Ezechiël 44:18)

Dit verwijst naar de belofte van Jezus, die oproept:

Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.   (Mattheüs 11:28-30)

Zo schrijft Johannes in zijn eerste brief:

Want dit is de liefde van God, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar, want al wat (iedereen die) uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft; ons geloof.   (1 Johannes 5:3-4)

Leven onder het juk dat Jezus aanbiedt en door fijn linnen kleding bekleed worden, betekent:

  • de autoriteit van Jezus aanvaarden en Zijn onderwijs ter harte nemen
  • samen met Jezus in het leven staan
  • zich bewust zijn van de opdracht in deze wereld
  • waarbij het doen van rechtvaardige daden onder Zijn autoriteit een aangename opdracht is
  • die gaandeweg ervaren wordt als zacht, vanuit een karakter dat sterker wordt
  • om zo de volmaakte innerlijke rust voor de ziel te vinden.

Samen met Jezus de last van het leven dragen, betekent dat de last licht wordt en niet doet zweten.
Dat betekent niet dat een priester naar de orde van Melchisedek in zijn leven nooit moeilijkheden zal ontmoeten, of geen moeilijke beslissingen zal moeten nemen.
Het betekent wel dat men er niet door overweldigd wordt, omdat de priester/discipel leert ze te hanteren in een leven samen met Jezus.

Welke zijn de rechtvaardige daden:
Enkele Bijbelteksten die hier richting aan geven:

Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.   (Deuteronomium 6:5) (zie ook: Mattheüs 22:37 – Markus 12:30 – Lukas 10:27)

Gij zult de HERE, uw God, liefhebben en alle dagen zijn dienst, zijn inzettingen, zijn verordeningen en zijn geboden in acht nemen.   (Deuteronomium 11:1)

Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HERE.   (Leviticus 19:18)

De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.   (Galaten 5:22)

Doet dan aan (letterlijk: aantrekkend, verzinkend in), als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.   (Colossenzen 3:12)

De broek en de gordel:
De broek en de gordel van de linnen priesterkleding waren vervaardigd uit getweernd fijn linnen.
Tweernen is meerdere draden stevig inééndraaien tot één draad.
Men neemt aan dat getweernd fijn linnen in de tijd van Mozes bestond uit 6 vlasgarens die inééngedraaid werden tot een dikkere, sterkere draad.
De broek en de gordel waren dus vervaardigd uit een linnen stof die minder fijn, maar sterker was.

Betekenis van de gordel:
De gordel was vervaardigd als veelkleurig linnen weefwerk. De kleuren hiervan bepalen de priester naar de orde van Melchisedek bij zijn/haar roeping en aan Wie hij/haar zijn autoriteit ontleent:

  • blauwpurper spreekt van de hemel
  • roodpurper verwijst naar de autoriteit van Jezus als koning
  • scharlaken verwijst naar het verlossingswerk van Jezus als priester

Deze kleuren bevestigen het priesterschap van de discipel van Jezus Christus, zoals Petrus zegt:

Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: …   (1 Petrus 2:9)

Als eerste onderdeel van de geestelijke wapenrusting uit de brief aan de Efeziërs, wordt de priester naar de orde van Melchisedek door de gordel bepaald bij zijn/haar identiteit in Jezus Christus, volgens wat Paulus schrijft:

Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de (innerlijke) waarheid, …   (Efeziërs 6:14)

Klaar om de voorhof te betreden:

Wie tot geloof in Jezus Christus komt, zich bekeert en tot priester gewijd is, staat aan het begin van een totaal nieuw leven.
De Bijbel geeft daarbij een geweldig perspectief, want de priester/discipel mag:

… met vrijmoedigheid toegaan tot de troon van de genade (vriendelijkheid), …   (Hebreeën 4:16)

In tegenstelling tot de dienst in de tabernakel, waarbij enkel Aäron als hogepriester slechts éénmaal per jaar toegang had tot het heilige der heiligen, heeft de priester naar de orde van Melchisedek elk moment van de dag vrije toegang tot de plaats waar God troont tussen de cherubs.
Hier zijn echter wel een aantal voorwaarden aan verbonden, want er is slechts één deur die toegang geeft tot de tabernakel. Jezus zei van Zichzelf:

 Ik ben de deur; als iemand door Mij (letterlijk: door Mij heen) binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.   (Johannes 10:9)

Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij (letterlijk: door Mij heen).   (Johannes 14:6)

Er is ook slechts één weg die leidt tot voor de troon van God:

Daar wij dan, … volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door (letterlijk: in) het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door(heen) het voorhangsel, dat is, zijn vlees, …   (Hebreeën 10:19-20)

Opmerking:
In deze tekst is langs in de vertaling toegevoegd.
Letterlijk staat er in het Grieks: Daar wij dan, … volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom, in het bloed van Jezus, de nieuwe en levende weg die Hij ons ingewijd heeft …

Het bloed van Jezus is bij wijze van spreken de rode loper, uitgelegd vanaf de ingang van de voorhof van de tabernakel, tot voor de ark in het heilige der heiligen.

Jezus wijst niet de weg, het bloed van Jezus IS de nieuwe en levende weg naar het heilige der heiligen, waar men God ontmoet.
Dat betekent dat de priester/discipel niet alleen leeft bij de vergeving van zonden die Jezus 2.000 jaar geleden bewerkt heeft, door plaatsvervangend te sterven aan het kruis op Golgotha.
Hij/zij leeft ook niet uitsluitend bij de vergeving, in het verleden ontvangen bij de bekering.
De priester/discipel leeft in de vergeving van zonden, elk moment van de dag, bij elke stap in het leven.
Dit is een levenshouding van:

  • vergeving ontvangen (door fouten te erkennen en te belijden)
  • de ander te vergeven (70 maal 7 maal – Mattheüs 18:22)

Dit is fundamenteel om, langs de nieuwe en levende weg, het alles overtreffende leven te ontvangen, volgens de belofte van Jezus in Johannes 10:10.

In deze studiereeks worden verschillende aandachtspunten aangereikt voor dit leven in de nabijheid van God.
De symboliek, vervat in de verschillende voorwerpen in de tabernakel van het Oude Testament, is hierbij tot voorbeeld.
Deze symboliek kan realiteit worden op het moment van bekering, maar kan ook stapsgewijs ervaren worden tijdens een leven als priester naar de orde van Melchisedek, onder het hogepriesterschap van Jezus Christus.

Samengevat:

De priester naar de orde van Melchisedek, die de voorhof van de tabernakel zal betreden doorheen het eerste gordijn:

  • is door het Woord gereinigd in zijn ziel en weet onderscheid te maken tussen wat goed en niet goed is
  • luistert naar het Woord van God en reinigt zich van wereldse denkbeelden
  • aanvaardt te leven, in overeenstemming met hetgeen van hem/haar verwacht wordt, als priester/discipel.

Wordt vervolgd in deel 3, over de betekenis van de tabernakel en van het brandofferaltaar in de voorhof.

 

Deze studie downloaden in PDF:
De priester naar de orde van Melchisedek (2).